Dwars door Vlaanderen met Sam Gooris
Zanger Sam Gooris komt uit een oer-Vlaams gezin en kreeg een oer-Vlaamse opvoeding. En daardoor blijft hij ook vandaag mooi met zijn voetjes op de grond...
Lees het volledige interview in Libelle 28 (12 juli 2012)
“Wees beleefd, spreek met twee woorden, dat zeiden mijn ouders. En wees dankbaar voor wat ge krijgt. Ik ben in een typisch Vlaams gezin opgegroeid: tot mijn drie jaar hadden mijn ouders een café waar ik centen ging vragen bij de klanten om in de jukebox te steken. De muziek zat al vroeg in mijn lijf: ik danste op de tafels en op de toog. Behalve het café had mijn moeder nog een kapperszaak en werkte mijn vader op Zaventem. Mijn twee broers hebben voor kapper gestudeerd, maar de wind waaide mij in een andere richting. Op mijn 16e ben ik gaan optreden en sindsdien is het niet meer gestopt.”
Heb je enig idee hoeveel keer je al opgetreden hebt?
“God, nee. Echt niet. Ik ben heel slecht met cijfers: mijn moeder doet mijn boekhouding, ik weet zelfs niet hoeveel ik kost. (lacht) Elke week print ik een A4-tje af met mijn agenda, zo weet ik waar mijn hoofd die week staat. Vroeger deed ik soms vijf tot zes optredens per dag, nu niet meer. Ik word ook al een dagje ouder he. Drie maximum, dan is de pijp uit. Ik heb twee kinderen en een vrouw, ik wil niet riskeren dat ik verongeluk ’s nachts. Want je ziet wat als je in het weekend ’s nachts op de baan bent. Ik hoor van al mijn collega’s dezelfde verhalen. Ongelukken waar wij vaak als eerste bij zijn. Ik kan niet meer op één hand tellen hoe vaak ik de 100 al gebeld heb.”
Herkennen de mensen je dan?
“Nee, gij. Die mensen zijn in shock! En ik ook hoor. Het zijn meestal de auto’s waarvan ik denk ‘straks zal ik die weer passeren, als hij in de gracht ligt.’ Je kunt je niet voorstellen wat er ’s nachts en vooral in het weekend over de baan zwalpt. Auto’s die stilstaan op de autosnelweg of over de baan slingeren: alles heb ik al gezien. (stil) Ook dodelijke ongevallen, ja. Dan rij je toch als een andere mens naar huis. Ze zouden beter wat meer politie op de autoweg laten patrouilleren in het weekend.”
Rij je altijd alleen naar huis?
“Ja. Met mijn tourmanager spreek ik een punt af dat op onze weg ligt, hij komt van Landen en ik van Brasschaat. Vanaf daar rijden we samen verder, dat is gezelliger. Maar het grootste deel rijd ik alleen. Gelukkig kan ik goed rijden: van zodra ik in de wagen stap, ben ik klaarwakker. En voor ik vertrek moet ik mijn vrouwke even gehoord hebben. Gewoon: omdat ik haar mis en omdat ik wil laten weten hoe het optreden geweest is.”
Ben je optreden nog niet beu na zoveel jaar?
“Nooit. Ik meen het: het Vlaamse publiek is het tofste dat er is. Ze zijn altijd goedgezind en beleefd, en ze zullen het oprecht zeggen als ze het niet goed vinden. Zelfs internationale artiesten vinden het Vlaamse publiek schitterend. Als je vraagt ’klap in de handjes’, dan doen ze dat. Of je nu voor 200 man staat of voor 2000 man: dat is echt puur genieten.”