Grote emoties: Herman De Croo
Hij moet zelden naar woorden zoeken. Maar is dat ook zo als het over gevoelens gaat? We vragen het de ondervoorzitter van de Kamer en burgemeester van Brakel op de man af.
"In het leven moet je maar naar twee mensen echt luisteren: de fotograaf en de kapper." De ondervoorzitter van de Kamer strijkt nog even door zijn haren vooraleer hij de instructies van fotograaf Jos netjes opvolgt. Stilzitten is blijkbaar geen sinecure. En even zwijgen ook niet.
Woede
Herman De Croo: "Ik word niet gemakkelijk kwaad. Als ik twee keer in mijn leven een woede-aanval gekregen heb, dan zal het veel zijn. Ook dat heeft te maken met het feit dat ik graag de controle verlies over de dingen die ik doe. Ik wil mezelf niet verliezen in zo'n aanval. Het is dus niet de woede die me tot de politiek gedreven heeft, maar eerder een soort van zorro-complex dat heel diep geworteld zit. Als jonge minister noemden ze me al lachend "de 900", toen het noodnummer. Als je met iets zit, bel dan naar De Croo. Hij zal wel voor je in de bres springen. Als ik merk dat er misbruik wordt gemaakt van de zwakheden en onzekerheden van mensen, dan moet ik tussenkomen. Elke vorm van onrechtvaardigheid kan me de kast opjagen."
Verdriet
Herman De Croo: "De dag na het overlijden van mijn vader had ik als minister van buitenlandse handel een belangrijkse speech, in het bijzijn van, toen nog, prins Albert. Twee uur na de begrafenis van mijn moeder had ik als voorzitter van de VLD een congres aan de kust. Dat zijn moeilijke momenten. "But duty before beauty". Het is belangrijk om het leven te kunnen hernemen, ook als je het gevoel hebt dat het om emotionele redenen even stopt. Dat is niet gemakkelijk. Maar het is wel de grootste eer die je kan geven aan iemand die je net ontnomen is. En dat heeft niets te maken met het ontlopen van emoties. Verdriet mag je niet wegduwen. Wie dat wel doet, eindigt in cynisme en onverschilligheid. Ik ben een man die durft huilen. Zelfs bij een film die me om een of andere reden raakt. Tranen luchten op. Wie nooit droef kan zijn, is hypocriet en weinig mens.
Angst
Herman De Croo: "Ik heb bijna 40 jaar aan een stuk gewerkt, zonder vakantie te nemen. Werkweken van 80 uur waren en zijn eerder regel dan uitzondering. Ik vloog van hot naar her, nam jaarlijks ongeveer 30 keer het vliegtuig. Ik bracht gemiddeld 60.000 kilometer per jaar in de auto door. Ik ben al die jaren gespaard gebleven van grote psychische of emotionele beproevingen. Waarom zou ik dan met angsten door het leven gaan? Ik was al die jaren een onbevreesd iemand. Tot net na de verkiezingen van juni 2007. Toen kreeg ik mijn eerste grote waarschuwing. Tijdens de verkiezingscampagne heb ik twee maanden overleefd met één uur slaap per nacht. Ik bleef maar doorgaan. Ik heb het moeten bekopen met een kleine crisis. Zes weken lang heb ik geen oog dichtgedaan. Slapeloosheid. Ik verloor in een mum van tijd 10 kilo."
Geluk
Herman De Croo: "Plezier is een gave die je moet kiezen. En plezier heeft voor mij geen tijdsdimensie. Ik hoor vaak: "En nu gaan we eens veertien dagen niets doen" of "We nemen een lang weekend". Mensen koppelen plezier en geluk vaak aan een tijdsbalk. Dat doe ik nooit. Ik kan genieten van dingen die erg kortstondig zijn. Van het ruiken aan een bloem, het voelen van bedauwd gras, een windstoot op een heuvel als ik met mijn paard op stap ben. Ik lach graag, ik ben een optimist met veel zelfironie. De beste moppen over De Croo vertel ik zelf. Ik heb een enorme levenslust. Ik bijt in het leven zoals in een rijpe appel."
Lees het volledige interview met Herman De Croo in Libelle 22 (29 mei 2008).
Tekst: Barbara Claeys – Foto's: Jos Verhoogen