Hoe ga je om met een hoogbegaafd kind?

Door De Redactie

Een hoogbegaafd kind kan je er vaak niet meteen uitpikken én heeft ook soms te kampen met faalangst. Maar ga je nu om met z'on hoogbegaafd kind?

Soms ook faalangst

Als maatstaf voor hoogbegaafdheid wordt een IQ van 130 of meer genomen, maar het draait om meer dan intelligentie alleen. Ook niet-cognitieve factoren tellen mee. Zo hebben hoogbegaafde kinderen uitstekende leer- en werkstrategieën en weten ze meteen welke oplossingsmethode de meest efficiënte is. Ze kunnen zichzelf ook goed sturen, laten zich niet afleiden en zijn enorm gemotiveerd om te zoeken naar het juiste antwoord. Vaak leggen ze de lat zelfs net iets te hoog voor zichzelf, wat kan leiden tot faalangst.

Meer dan één talent

Hoogbegaafde kinderen kun je er niet altijd meteen uitpikken. Welke eigenschappen ze vertonen, verschilt van kind tot kind, maar deze komen wel heel vaak voor: ze hebben al op jonge leeftijd een grote taalrijkdom en gevatte humor, een brede interesse, grote
nieuwsgierigheid, creativiteit, doorzettingsvermogen en een uitmuntend geheugen. Vaak hebben ze ook een sterk rechtvaardigheidsgevoel en hechten ze veel belang aan beloftes en afspraken.

Doe de test

Je kunt je kind laten testen, maar zolang er zich geen problemen voordoen, hoeft dat niet. Kinderen zijn er niet altijd bij gebaat om een label opgeplakt te krijgen. Als je merkt dat je kind op school niet genoeg uitdagingen krijgt en zich slecht voelt in zijn vel, kun je het
wel best laten testen. Er wordt naast een intelligentietest ook een schoolvorderingentest afgenomen. Daar wordt gekeken hoe ver het kind voorstaat ten opzichte van zijn klasgenoten. Het CLB en de leerkracht overleggen dan of het kind extra oefeningen krijgt of een jaar kan overslaan. Ten slotte wordt er ook gepeild naar de thuissituatie en hoe stimulerend de omgeving van het kind is.

Geen luilekkerleven

Het is niet omdat je kind hoogbegaafd is, dat het op school niets hoeft te doen. Hoogbegaafde kinderen moeten worden gestimuleerd om extra oefeningen te maken om te vermijden dat ze zich vervelen en gedragsproblemen gaan vertonen. Bovendien is
het belangrijk dat ze, net als alle andere kinderen, leren studeren. Voor veel hoogbegaafde kinderen gaat goede punten halen vanzelf, maar dat blijft niet duren. Kinderen die in het lager onderwijs nooit hebben moeten studeren, stuiten in het middelbaar of als ze verder studeren op problemen.

Met dank aan Carl D’Hondt, voorzitter van Bekina vzw, een vereniging voor hoogbegaafde kinderen en hun ouders, leerkrachten en opvoeders.
Meer info: www.bekina.org

Bron: Libelle

 

 

 

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."