Ik zag een kleine vogelspin. Kan dat?
Mensen met een spinnenfobie zullen het niet graag horen, maar hoewel echte vogelspinnen in Vlaanderen van nature niet voorkomen, hebben de vogelspinachtigen in onze kontrijen wel één vertegenwoordiger: de gewone mijnspin.
De gewone mijnspin werd door 85 spinnendeskundigen uit 24 Europese landen tot Spin van het Jaar verkozen. En hoewel ze toch 1 à 1,5 cm meet (poten en gifkaken niet meegerekend), is ze een pak minder spectaculair dan haar tropische verwanten die tot 12 cm halen.
Toch is de gewone mijnspin allesbehalve gewoon: Het is een vrij zeldzame soort die bij voorkeur leeft op zandige, droge en warme plaatsen in losse grond waarin ze gemakkelijk kan graven. Het web van de mijnspin wordt wel eens 'kous' genoemd omdat het uit twee haaks aan elkaar bevestigde buisvormige spinsels bestaat. Het grootste deel van het web (het been van de kous) bestaat uit een tunnel van 10 tot soms wel 50 cm die verticaal de grond in gaat.
De spin vangt haar prooien via de voet van het web. Dat is een lang buisvormig spinsel dat op de grond ligt en dat ze zorgvuldig camoufleert met plantenresten en aarde. Het lijkt daardoor erg sterk op een losliggende plantenwortel. Daarin zit de spin te wachten tot er een potentiële prooi over loopt. Via trillingen lokaliseert de spin de exacte plaats. Ze kruipt er aan de binnenkant van het spinsel naartoe en plant haar gifkaken in een houweelbeweging krachtig in de prooi door het web heen. Daarna trekt ze de prooi naar binnen en repareert ze de kapotte buis.
De gewone mijnspin kan tot tien jaar oud worden en dat maakt van haar de oudste van alle Belgische spinnen. Maar ondanks haar wat uiterlijk, hoeven we geen schrik te hebben van deze fascinerende spin. Meer over spinnen? www.natuurpunt.be/spinnen.