Interview Goedele Devroy
De taaie Wetstraatjournaliste, zo kennen we haar. Maar wie is Goedele Devroy privé? Een even grote doorbijter, zo blijkt, want het leven is niet altijd mals voor haar geweest.
Lees het volledige interview met Goedele Devory in Libelle 10 (8 maart 2012)
Strenge blik. Steeds gefocust. Wetstraatjournalist Goedele Devroy is weloverwogen en professioneel. Slechts één keer ontglipte er haar een welgemeende ’godverdomme!’, toen de wagen van minister Onkelinx over haar voet reed en ze met de beelden van het incident zélf het nieuws haalde. Nochtans moet ze wel meer trotseren dan losgeslagen bedrijfswagens. Grillige politici, de ene keer spraakzaam, de andere keer in zwijgen gehuld. En de weergoden, die het haar tijdens de regeringsonderhandelingen niet makkelijk maakten. Twee zomers en anderhalve winter stond ze buiten op straat. Ook toen elke andere Belg was afgehaakt om het politieke schouwspel te volgen.
Wetstraatjournalist
Was het niet moeilijk om bij de regeringsonderhandelingen steeds hetzelfde nieuws te moeten brengen?
”Het zal je misschien verrassen, maar tijdens die 540 dagen was elke dag toch anders. Achter de schermen blijft er van alles gebeuren en ’s ochtends weet je nooit of er een oplossing uit de bus zal komen. Inhoudelijk heb ik het nooit saai gevonden. Bovendien: hoe minder informatie de hoofdrolspelers me gaven, hoe harder ik moest werken om eraan te geraken. Tijdens het journaal verwachten de kijkers dat je iets kunt vertellen. Ik herinner me een dag waarop ik om drie minuten voor zeven de nieuwe vergaderlocatie pas had gevonden. Tegen de klok moesten we ons materiaal uitladen, kabels trekken, ons opstellen… Voor ik het wist, zat ik live in de uitzending.”
Zorgende moeder
Dertien jaar geleden werd je moeder. Dat leverde je tegelijk je gelukkigste en je ongelukkigste periode op…
”Toen Quinten vijf maanden oud was, vertelden de dokters ons dat hij zwaar gehandicapt is. De hemel viel op mijn hoofd. Hij had wel wat achterstand, maar tot dan toe hadden alle dokters gezegd dat het wel goed zou komen. Quinten is voor alles afhankelijk van anderen; hij kan niet praten, niet zelfstandig eten… Dat is niet het kind waar je op hoopt natuurlijk. De eerste maanden was hij vaak ziek en huilde hij dagen aan een stuk. Voor een moeder bestaat er niets erger dan je kind zien afzien en hem niet kunnen helpen. Gewoon omdat je niet weet wat er scheelt. Ik was kapot van de stress. Daar is geen enkele wetstraatstress mee te vergelijken. Intussen heb ik zijn handicap aanvaard, maar het blijft moeilijker om moeder te zijn van zo’n kind dan van een gezond kind.”
Brave dochter
In wat voor gezin ben je opgegroeid?
”Wij waren thuis met zeven kinderen, maar het leeftijdsverschil was groot. Mijn oudere zussen zaten al snel op kot. In mijn herinnering waren we dus met drie: ikzelf met twee boers. Eén van mijn zussen was trouwens ook gehandicapt. Omdat ze in een instelling woonde, zag ik haar niet vaak en ze is ook heel jong gestorven. Mijn moeder heeft daar erg van afgezien.”