Interview Hilde Van Mieghem
Quote: "Verliefd zijn...ik hoop dat het mij nog eens overkomt."
Lees het volledige interview met Hilde Van Mieghem in Libelle 52 (30 december 2010)
Je hebt voor je script inspiratie uit je eigen leven gehaald. Brengen je dochters Sara en Marie en je zus aan jou verslag uit over hun liefdesleven?
“Ja. Alles wordt besproken in ons gezin. Leuk, maar soms ook moeilijk. Toen mijn dochter na een jaar twijfelen op haar zestiende durfe aan te bellen bij een jongen om hem te vertellen dat ze verliefd was, vond ik dat moedig. Maar toen ze in tranen thuiskwam, en maanden afzag omdat hij haar niet zag staan… Verschrikkelijk was dat. Tienerliefde is heftig, en als moeder kan je alleen maar luisteren. Ik ben niet alleen bang voor het liefdesverdriet van mijn dochters. Als Marie slechte kritiek krijgt voor een rol, dan weet ik wat ze doormaakt, want ik ken die pijn. Ook daar ben ik ongerust over.”
Hoe persoonlijker een verhaal, hoe universeler, want we hebben allemaal dezelfde basisemoties?
“Klopt. Een blauwtje lopen, overspel, wachten op die getrouwde man die maar niet van zijn vrouw loskomt… Iedereen herkent wel iets in de film. Ik wilde met dit verhaal iets vertellen over het beeld dat vrouwen hebben. Naar het schijnt gaan vrouwen niet vreemd, ze praten niet over seks en zijn onderdanig en volgzaam. Maar dat strookt niet met wat ik om me heen zie. Ik ken veel vrouwen die niet op hun mondje gevallen zijn en het uren over de dikte van een penis kunnen hebben.”
Je dochters wonen ondertussen niet meer thuis.
“Mijn ouderste dochter Sara is al een tijdje verhuisd, maar toen Marie zo’n drie jaar geleden ook wegging, had ik het moeilijk. Er volgde een zwaar jaar. Ik kocht bloemen op de markt, maar niemand kon zeggen of het een mooi boeket was of niet. Bloemen alleen voor mezelf kopen vond ik moeilijk. Ik ben een zorger, en plots was er niemand meer om voor te zorgen. Behalve mijn twee katten en mijn hond. Het klinkt misschien belachelijk, maar mijn hond geeft mijn leven structuur. Hij moet ’s morgens een plasje gaan doen, en daar moet ik mijn bed voor uit.”
Ben je altijd zo zorgzaam geweest?
“Dat is zo gegroeid. Als kind van elf zorgde ik al voor ons gezin. Ik mocht niet naar vriendinnen zonder twee kleine dreumesen mee te nemen. Zo leer je het wel. Toen ik thuis wegging, trok ik bij een man in die al een dochter had. Dat was Sara, mijn pleegdochter. Van mijn elfde tot mijn negenenveertigste heb ik voor anderen gezorgd. Je bent iemand, als je iemand hebt om voor te zorgen.”
Lees het volledige interview met Hilde Van Mieghem in Libelle 52 (30 december 2010)