Interview met Glenn Claes
Glenn Claes, de 22-jarige winnaar van The Voice van Vlaanderen, heeft al heel wat watertjes doorzwommen. “Luister naar je ouders, ze hebben altijd gelijk”, liet hij zich onlangs ontvallen. Ideaal voor een moederdaggesprek!
“Ik ben een echt moederskindje. Ik kom heel goed overeen met mijn vader, maar als ik naar huis bel, vraag ik toch meestal naar mijn mama. Ik zie haar ook gewoon echt ongelooflijk graag. Ik weet dat het melig klinkt, maar ik ben mijn ouders zo dankbaar dat ze er altijd voor mij geweest zijn. Het is niet altijd gemakkelijk geweest om voor mij te zorgen.”
Je hebt er nooit een geheim van gemaakt dat je een zware periode achter de rug hebt.
“Iedereen kent me nu als de zingende loodgieter van The Voice. Die goedlachse, vrolijke kerel met zijn gitaar. Terwijl het vroeger helemaal anders was. Toen ik zestien jaar was, ben ik drugs beginnen nemen. Het begon allemaal heel braaf: een jointje, wat andere dingen. Maar het liep uit de hand. Ik had slechte vrienden en liep verloren in het leven. Het ging zelfs zo ver dat ik even ben opgenomen in een psychiatrische instelling. (stil) Ik heb me heel lang schuldig gevoeld. Schuldig dat ik mijn ouders zo gekwetst en teleurgesteld heb.”
Hoe heb je de stap gezet om naar een instelling te gaan?
“Het was gewoon genoeg. Ik zat enorm diep, had alle normen en waarden verloren en leefde van roes tot roes. Dat is het slechtste aan drugs: je voelt je twintig minuten goed, maar daarna zak je in een put. Ik heb zelfmoordneigingen gehad, ja. Ik had depressieve gedachten en was vel over been. Ik woog nog maar 58 kilo. Ik dacht dat mensen over me aan het praten waren, was bijna paranoia. Samen met mijn ouders heb ik beslist: dit moet stoppen. De eerste weken in de instelling wilde ik mijn ouders niet zien. Ik schaamde me te veel.”
Maar ze zijn je altijd blijven steunen.
“Ja, en ik heb het hen niet gemakkelijk gemaakt. We hebben heel veel gesprekken gehad over mijn problemen, over hoe ik hun vertrouwen kwijt was. Toen ik van de drugs af was, merkte ik dat ik niet thuishoorde in die instelling. Er waren echt mensen die, zoals in de films, helemaal teruggetrokken zaten in een hoekje. Er pleegde iemand zelfmoord toen ik daar zat. Eén van de moeilijkste dingen op dat ogenblik, was blijven. Ik wilde niets liever dan naar huis gaan. Maar ik besefte dat ik het mijzelf had aangedaan en dat ik moest doorzetten. Dus bleef ik er. De spijt om wat ik gedaan heb, gaat nooit weg. Maar hij mindert wel. Toen ik er pas zat, voelde ik me bijvoorbeeld ongelooflijk schuldig over de kostprijs van die instelling. Nu besef ik dat dat banaal is.”
Het volledige interview met Glenn Claes lees je in Libelle 18 (3 mei 2012)