Kinderen positief opvoeden

Focus op goed gedrag

Het is algemeen geweten dat belonen voor iets goeds beter werkt dan straffen voor iets slechts. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, het is vanzelfsprekender om te reageren op iets wat het kind fout doet. Toch moet je proberen om bij jezelf er op te letten dat je kinderen zoveel mogelijk gaat belonen voor de dingen die ze wel goed doen.
Ook al zijn die goede dingen heel klein en lijken ze banaal, het zal bij het kind veel meer effect hebben en het gedrag zal vaker voorkomen. De beloning moet zeker niet altijd materieel zijn. Een gewoon complimentje of een knuffel werken even goed. Benadruk vooral wat je zo goed vindt aan het gedrag. “Wat flink dat je zo stil was toen ik aan de kassa betaalde” zal meer uithalen dan te zeggen “Amai, jij was braaf daarnet”.

Zorg voor leuke bezigheden

Vraag jij je soms ook af hoe het komt dat een klein kindje zo lang met hetzelfde bezig kan zijn? Zolang een kind iets boeiend genoeg blijft vinden zal het weinig probleemgedrag vertonen. Het is pas als de verveling toeslaat dat het kind andere manieren zal bedenken om aandacht te vragen. Het is dus belangrijk om altijd leuke dingen te voorzien, zowel thuis als buitenshuis. Ga je op restaurant? Neem dan een kleurboekje en wat kleurtjes mee zodat je kind kan kleuren wanneer het wachten begint te vervelen. Laat het kind zelfstandig bezig zijn, maar geef het toch af en toe aandacht door bijvoorbeeld vragen te stellen over de tekening.

Zorg voor genoeg quality-time

Een kind heeft aandacht nodig van zijn of haar ouders, ook al heb je het heel druk, zorg toch voor voldoende quality-time samen. Dit gaat niet enkel over toffe uitstapjes doen naar de zoo of naar een pretpark. Het gaat ook om het gevoel dat je kind heeft om samen met jou iets te doen. Dat kunnen heel simpele dingen zijn, en je kan er zelfs een praktisch aspect aan koppelen zoals bijvoorbeeld de auto wassen. Belangrijk is gewoon dat je het leuk maakt en dat je het samen doet. Geef je zoon of dochter genoeg genegenheid, praat en maak grapjes.

Praten, praten en praten

Veel praten is goed voor de relatie. Voer dus veel korte gesprekjes op verschillende momenten. je zal er niet enkel een betere band door krijgen, het is ook goed voor de taalontwikkeling want je kind leert zich uit te drukken. Vertel ook dingen over je eigen dag want zo leert je kind niet enkel te praten maar ook te luisteren. Als je een kind hebt dat niet veel praat, stel dan doelgerichte vragen zoals “Wat vond je het leukste vandaag op school?”.

Wees realistisch

Ieder kind is uniek, dus ieder kind heeft zijn eigen tempo om te leren, te ontwikkelen en bepaald gedrag te vertonen. Er bestaan geen ideale kinderen die nooit ongewenst gedrag vertonen, ga er dus ook niet te hard op focussen. Trek vooral als ouders samen aan hetzelfde touw zodat er bij het kind geen verwarring is welk gedrag nu gewenst is en welk gedrag te vermijden. Geniet vooral van het gezin, ook met de onvolmaaktheden.