Lekker, aardbeienlaarsjes
Een doodgewone terracotta pot met aardbeien vinden kinderen maar saai. Een paar oude (of nieuwe), liefst rode, laarsjes met plantjes zullen op meer bijval kunnen rekenen. Laat de kinderen zelf aan de slag gaan en help alleen als het nodig is.
Dit heb je nodig
- een paar laarzen
- een hobbymes
- gebroken eierschaal
- 3 aardbeienplantjes per laars
Zo doe je het
1. Vraag een volwassene om je even te helpen: boor een paar gaatjes in de zolen van de laarzen. Snij met een hobbymes een ruim gat in elke zijkant van elke laars (één onderaan, één wat hoger). Tip: snijden gaat makkelijker als je de laarzen opvult met krantenpapier.
2. Vul de laars met een beetje grind en daarna met teelaarde, tot aan het laagste plantgat.
3. Stop het eerste plantje zachtjes door het laagste plantgat. Zorg dat de wotels helemaal in de laars zitten. Vul verder op met teelaarde en steek dan het tweede plantje door het volgende plantgat. Vul de laars verder met aarde.
4. Maak een diep kuiltje bovenaan in de aarde en zet er het derde plantje in. Druk het stevig met je vingers aan. Zorg dat er niet te veel aarde in zit: laat bovenaan nog wat ruimte om te genieten.
5. Strooi gebroken eierschaal over de teelaarde om slakken af te schrikken.
6. Geef de plantjes de eerste paar dagen zeker genoeg water langs de wortels. Geef ze ook om de twee weken wat extra voeding met tomatenmeststof, tot ze vruchtjes krijgen.