Lezer in het buitenland: “De lockdown was ideaal om in en rond het huis te klussen, de B&B zag er nog nooit zo gezellig uit”
Steeds meer Belgen zoeken hun geluk in het buitenland. Jan is één van hen: hij verhuisde tien jaar geleden met z’n man Filip naar het Umbrië, aan de voet van de heuvels rond het Trasimeense meer.
Een toevluchtsoord
Jan (50): “Filip en ik hadden het jarenlang druk, druk, druk. Mijn man werkte als federaal ambtenaar voor het ministerie van wetenschapsbeleid, en zat vaker in Brussel dan dat hij thuis was. Ikzelf was zelfstandig keuken- en interieurbouwer in Harelbeke. In 1994 nam ik het bedrijf van mijn vader over en bouwde ik het in de loop van de jaren verder uit. Het leven ging eigenlijk gewoon z’n gangetje, zonder echt stil te staan bij wat we écht wilden in het leven.
Om af en toe te ontsnappen aan de dagelijkse sleur, trokken we regelmatig naar het zuiden van Frankrijk. Ontelbare keren keken Filip en ik verlekkerd aan de vitrines van de vastgoedkantoren, op zoek naar een eigen plekje onder de zon. Maar financieel was dat niet haalbaar. Tot we het prachtige Italiaanse Umbrië ontdekten. De relaxte sfeer, het lekkere eten, de gastvrijheid. Het was puur genieten. Op een dag gingen we ,in een impulsieve bui, op pad met een aannemer, en voor we het goed en wel beseften, was ons Italiaans vakantiehuisje een feit. (lacht)
Verlangen naar meer
In 2009 werden we beiden veertig jaar. Filip had weinig toekomstperspectieven in zijn job, en ik moest mijn bedrijf heruitvinden om de economische crisis te overleven. Het was het perfecte moment om de balans van het leven op te maken. Was het drukke leven dat wat we voor ogen hadden? Konden we het hoge tempo nog wel aan? Het antwoord was overduidelijk ‘nee’. Eens we beseften dat we genoeg hadden van de ratrace, werd het verlangen om elders helemaal opnieuw te beginnen met de dag groter.
Het enige wat mij misschien wat tegenhield, was mijn bedrijf, mijn vaders kindje als het ware. Hij had het jaren geleden uit de grond gestampt, dus ik wilde absoluut zijn zegen hebben vooraleer ik het überhaupt kón overlaten. Voorzichtig polste ik bij hem. Of hij het oké zou vinden dat ik het misschien ging verkopen. ‘In het leven moet je doen wat je graag doet’, zei hij. Die woorden gaven de doorslag. Niet veel later vond ik een potentiële koper, en kwam alles in een stroomversnelling.
Een onaangename verrassing
In de zomer van dat jaar waren Filip en ik op weg naar Rome, voor een korte vakantie onder de Italiaanse zon. Ik herinner me nog goed dat Filip tijdens de vlucht plots zei dat hij stiekem makelaars had gecontacteerd, om op huizenjacht te gaan. (lacht) Veel huizen hebben we niet bezocht, want na het eerste bezoek waren we al meteen verkocht aan een typisch plattelandshuis waar drie generaties samenwoonden. Te midden van de heuvels rond het Trasimeense meer. Slechts twee weken later was het van ons.
Niemand wist wat we die weken allemaal hadden uitgespookt. Dat ons huis in Roeselare al verkocht was nog voor het bordje ‘te koop’ werd opgehangen, maakte het natuurlijk makkelijk om alles geheim te houden. Of dat dachten we toch. Op het moment dat de makelaars met de kopers het huis ging bezichtigen, zaten Filip en ik in Italië. De buren wisten dat, en schrokken natuurlijk toen ze een stel vreemden in ons huis zagen. Ze hebben dan onmiddellijk de ouders van Filip verwittigd. Uiteraard konden we niet anders dan hen vertellen over onze plannen. Ik kan je één ding zeggen: het was zeker niet de fijnste vakantie…
Uitstel is geen afstel
De familie had het -logisch wel- moeilijk om het nieuws te verteren. Vooral omdat Filip z’n ouders het niet op de meest fijne manier hebben ontdekt. Gelukkig konden we de rest van de familie en al de vrienden zelf op de hoogte brengen van onze plannen. Geen beter moment om het te dan tijdens een gezellige barbecue. De reacties waren heel positief. Sommigen voelden zelfs de bui al hangen. (lacht)
Het plan was om na de overname van het bedrijf meteen de koffers te pakken, maar de verkoop sprong in oktober heel onverwachts af. Uiteindelijk duurde het nog tot maart 2010 voor we een nieuwe koper vonden.
En toen kwam het vertrek…
1 augustus 2010, de grote dag. De auto zat stampvol. De laatste spullen moesten we zelfs via het raam in de auto laten vallen. Als we onderweg moesten stoppen voor een controle, en de deuren van de wagen zouden moeten opendoen, dan konden we, denk ik, hélemaal opnieuw beginnen. (lacht) Ik weet nog goed dat we ’s morgens héél vroeg de deur van het appartement achter ons dicht trokken, en samen met onze twee poezen als dieven in de nacht vertrokken. Op weg om aan een nieuw hoofdstuk in ons leven te beginnen.
Vanaf dag één zijn we in het huis aan de slag gegaan, wat we wilden omtoveren tot een bed & breakfast. Pleisteren, vloeren, schilderen, de tuin inrichten, … Wekenlang waren we van ’s morgens tot ’s avonds druk in de weer om in oktober de eerste gasten te kunnen ontvangen. Dat waren vooral familieleden, de ultieme test. (lacht) Een paar maanden later, in april 2011, gingen de deuren van Casa d’Oro voor écht open.
Turbulente jaren
Intussen zijn we een kleine tien jaar verder en genieten we met volle teugen van het stressvrije Italiaanse leven. Wat eerst ons toevluchtsoord was, is uitgegroeid tot onze thuis. Jammer genoeg hebben we de laatste jaren op gezondheidsvlak al heel wat moeten incasseren. Zo kreeg ik vijf jaar geleden een hartinfarct, en leef ik nu verder met een donorhart. Gelukkig worden we omringd door heel lieve mensen. We lopen de deuren van de buren en kennissen niet plat, maar als er iets gebeurt, dan staan ze klaar. Dat hebben ze toen meer dan ooit bewezen.
In de kalmere wintermaanden zijn Filip en ik ook aan het schrijven geslagen, wat resulteerde in drie boeken. ‘La vita è bella’ is een combinatie van ons levensverhaal, prachtige Vesparoutes en lekkere receptjes. In 2015, na het turbulente seizoen dat abrupt werd afgebroken door mijn gezondheidsproblemen, schreven we ‘Van 130 km/u naar… 0 in één cruciale seconde’, een verhaal over leven en dood, maar vooral over doorzetting.
In de greep van het coronavirus
Na het moeilijke seizoen van 2015, staan we nu opnieuw voor een grote uitdaging: het coronavirus. Italië is waarschijnlijk een van de zwaarst getroffen landen, met een zorgsysteem dat totaal niet voorbereid was op een epidemie van zo’n omvang. Nog voor het duidelijk werd hoe ernstig de situatie was, stortte alles in. Het toerisme inclusief, waardoor we noodgedwongen de deuren van de bed & breakfast moesten sluiten.
Een voordeel hadden we: om te vermijden dat ik als hartpatiënt een infectie zou oplopen, waren we het de voorbije jaren al gewend om de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen.. Moeilijk was de quarantaine dus zeker niet. De lockdown was ideaal om in en rond het huis te klussen. De bed & breakfast zag er nog nooit zo gezellig uit. (lacht) We zijn dus helemaal klaar om onze gasten opnieuw te mogen ontvangen, en iedereen te laten zien waarom wij zó verliefd werden op het Umbrische leven.”
La dolce vita
Het grootste cultuurverschil: “De locals kijken helemaal niet naar wie de mooiste auto op de oprit heeft staan, wie in het grootste huis woont of wie de nieuwste smartphone in z’n hand heeft. In Italië draait alles om familie en vrienden. De convivialità! Het hoogtepunt van de dag is met z’n allen gezellig rond de tafel zitten. Heerlijk!”
De aangenaamste verrassing: “Voor de locals waren we vreemdelingen, en toch werden we met open armen ontvangen. Die gastvrijheid is prachtig.”
Het grote voordeel: “De rust! In de zomer is het dan wel héél hard werken, de kalme wintermaanden maken dat ruimschoots goed.”
Het grote nadeel: “De paperassenwinkel, én de 3251 regeltjes die je een voor een moet volgen als je zelf iets uit de grond wilt stampen. Een goede boekhouder is onmisbaar, al snapt die soms zelf niets van de wet.” (lacht)
De levenskwaliteit: “In de streek waar wij wonen, leven de meeste mensen van de landbouw en daar word je zeker geen miljonair van. Maar ze genieten simpelweg van het een lekkere maaltijd en een goed glas wijn. Vroeger hadden we het misschien ‘beter’, al heeft de eenvoud van het leven ons wel terug met beide voetjes op de grond gezet.”
De grootste blunder: “Die keer dat Filip zijn pasta naar binnen speelde met mes en vork, tot grote ontzetting van de restauranthouders.” (lacht)
Het moeilijkste moment: “Vijf jaar geleden kreeg ik een hartinfarct, waardoor de bed & breakfast praktisch een heel seizoen dicht bleef. De eerste week nadat het noodlot toesloeg, werd ik kunstmatig beademd. Nadien kreeg ik een hartpomp, in afwachting van een donorhart. Een paar maanden later kreeg ik gelukkig het verlossende telefoontje en kreeg ik een ‘nieuw’ hart. Vier maanden later stond ik al terug in de keuken.”
Het grootste gemis: “De Vlaamse klassiekers, zoals friet met stoofvlees. (lacht) In de wintermaanden mag een op en top Belgische week dan ook niet ontbreken!”
Spijt? “Iedere dag opnieuw, dat we de stap niet véél eerder hebben gezet! Of we ooit terugkeren? Hopelijk niet, al weten we natuurlijk nooit wat de toekomst nog voor ons in petto heeft.”
Wil je meer weten? Op www.casadoro-umbria.it kom je nog meer te weten over het avontuur van Jan en Filip, of volg hen op Facebook en Instagram.
LEES MEER VERHALEN VAN BELGEN DIE ONS LAND ACHTERLIETEN:
- “Op 29 maart 2019 vertrokken we. Ik wou vóór mijn 40ste verjaardag thuis zijn, in Spanje”
- “We wilden het toch een kans geven, om onszelf later niets te verwijten”
- “Terugkeren? Zoals het er nu uitziet, zien ze ons toch niet snel terug”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!