Lezeres in het buitenland: “Jan wil nooit meer terug, maar ik heb nog die afwisseling met België nodig”
Steeds meer Belgen zoeken hun geluk in het buitenland. Vanja is één van hen: zij verhuisde twee jaar geleden samen met haar man Jan naar een oude cortijo in het Spaanse dorpje Alfaix.
Verhalen van vroeger
Vanja: “De liefde voor Spanje werd zonder twijfel aangewakkerd door mijn man. Jan bracht van kindsbeen af élk vrij moment met het hele gezin door in hun tweede stek in het vissersdorpje Port de la Selva. De typische mañana-mentaliteit, het gevoel dat een dag geen vierentwintig maar achtentwintig uren telt, de zon en vooral het geluk dat z’n ouders uitstraalden wanneer ze in Spanje waren, zorgde ervoor dat hij er z’n hart verloor. Met al z’n prachtige verhalen over zijn kindertijd sleurde hij me mee in zijn enthousiasme. (lacht)
In het begin gingen we steevast op reis naar Catalonië, daar waar Jan de mooiste plekjes kende. Maar al snel werd duidelijk dat die streek niets voor ons was. De Catalanen zijn best nors, en de winters zijn er koud en nat, met een stevige wind erbovenop. Maar Spanje is natuurlijk meer dan alleen het vissersdorp Port de la Selva, en ik voelde wel waarom Jan zijn hart verloor aan het land. De tijd leek er stil te staan, alsof de Spanjaarden geen stress kenden. Precies wat wij nodig hadden: minder chaos, meer rust.
In volle voorbereiding
De droom om in Spanje een nieuw leven te beginnen, werd met de jaren groter en groter. Catalonië lieten we voor wat het was, en we zetten onze ontdekkingstocht verder. Zo kwamen we tien jaar geleden tijdens een rondreis in Andalusië heel toevallig -en noodgedwongen- in Turre terecht, een dorpje in Almería. Ook al regende het pijpenstelen, Jan en ik waren meteen betoverd door de Sierra Cabrera, de rust en de gemoedelijke sfeer. Daar is onze zoektocht naar een eigen stek pas écht begonnen.
Intussen sloot Jan na twintig jaar de deuren van z’n restaurant ’t Ebdiep in Sint-Amands, waarmee hij op ’t einde zelfs nog een Michelinster binnenhaalde. Hij pikte de draad als leerkracht lager onderwijs terug op, in de hoop snel de grote oversteek naar Spanje te kunnen maken. En ik? Ik zette een punt achter mijn eigen huisartsenpraktijk en ging voor het Rode Kruis Vlaanderen werken. We verkochten zelfs ons huis, zonder enige vooruitzichten. (lacht) Gelukkig mochten we van de kopers blijven huren, tot we daadwerkelijk verhuisden.
Geduld is een mooie deugd
In de jaren nadien zakten we elk jaar meerdere keren af naar de streek. De ene keer voor een week, later voor een dikke maand. Dan eens in de zomer, om nadien van de herfst te proeven. Hoe beter we de buurt leerden kennen, hoe groter de drang werd om er ons te settelen. Maar het duurde nog een zestal jaar vooraleer we het ideale pand vonden, maar ons geduld werd beloond. We werden meteen verliefd op een cortijo van meer dan tweehonderd jaar oud in Alfaix, een gehucht van Los Gallardos. Het laatste huis in het dorp, aan de voet van de berg.
Eens de cortijo van ons was, was het enkel nog een kwestie van verhuizen. (lacht) En dat kan niet zonder afscheid te nemen, natuurlijk. De familie en vrienden wisten al langer dat Jan en ik vroeg of laat de stap gingen zetten, het was dus zeker geen grote verrassing toen we twee jaar geleden het daadwerkelijk gingen doen. Dat maakte het misschien allemaal ook net iets makkelijker. Jan en ik hebben twee feestjes gegeven: een voor de familie, en eentje voor de vrienden. Klein en bescheiden, zonder toeters of bellen. Om een laatste keer de mensen die ons het dichts aan ons hart liggen, nog eens goed te kunnen vastpakken.
Het beste van twee werelden
Op 1 juli 2018 kwamen we aan in onze nieuwe stek in Alfaix, maar echt tijd om stil te staan bij ons groot avontuur was er niet. Slechts drie weken later arriveerden de eerste gasten al in Cortijo La Morera, ons vakantieparadijs, en er was nog héél wat werk. Het vakantiehuisje naast de cortijo kon wel een fikse opknapbeurt gebruiken, de tuin was net een oerwoud en in een deel van het huis wilden we graag omtoveren tot bed & breakfast. Het werden drie pittige weken, maar gelukkig viel nadien alles snel in z’n plooi.
Intussen zijn we twee jaar verder en woont Jan permanent in Alfaix. Hij is veertien jaar ouder, zit in een andere levensfase en wil nooit meer terug. Ik daarentegen zak nog regelmatig af naar België om er als arts voor het Rode Kruis Vlaanderen te werken. Die afwisseling heb ik nodig. De stap om voorgoed in Spanje te wonen, die kan ik nu nog niet zetten. Ik hou het voorlopig op het beste van de twee werelden. (lacht)
In de greep van corona
Jammer genoeg betekende dat wel dat Jan en ik de hele coronacrisis apart hebben beleefd. Terwijl Jan in Spanje zat, was ik in België om een maand als arts aan de slag te gaan. Eind maart zou ik terugkeren, maar tegen dan waren alle grenzen dicht, en alle vluchten geschrapt. Pas op 23 juni landde ik terug in Barcelona, waar we elkaar met mondmasker op huilend in de armen zijn gevlogen. Twee nachten hebben we ons teruggetrokken in een hotel, om de verloren tijd in te halen. (lacht)
Nu Spanje opnieuw helemaal rood kleurt, zijn we gelukkig samen. En we hebben tegen alle verwachtingen in nog een drukke zomer achter de rug. De Belgische gasten zijn allemaal naar huis, maar de Spanjaarden vinden nog altijd hun weg naar Cortijo La Morera. Over een paar dagen vlieg ik weer terug naar België, waar me een coronatest en veertien dagen quarantaine te wachten staat. Niets aan te doen, dat is het leven anno 2020: anders dan anders.”
Eviva España
Het grootste cultuurverschil: “Als de buren een konijn geschoten hebben of een liter geitenmelk op overschot hebben, lopen ze zonder schroom je huis binnen. (lacht) Die vrijpostigheid waren we als Belgen niet gewend. Maar intussen komen buren Maria en Francisco elke week paella maken voor onze gasten, en Paula -die 76 jaar geleden geboren werd in onze cortijo- komt bijna dagelijks een koffietje drinken. Zalig!”
Het grote voordeel: “Wat niet? De rust, de mañana-mentaliteit, het prachtige weer, het buitenleven, … En niet meer in ellenlange files staan.”
Het grote nadeel: “Niets! Na twee jaar kan ik nog steeds niets opnoemen wat ik écht mis.”
De levenskwaliteit: “Kan niet beter! Alleen stromend water is soms een probleem. Elke week hebben we recht op een kwartier water. Dan stroomt er zo’n zestig liter per seconde uit de kranen. Juan, de man van het water, kijkt wanneer de waterleiding vrij is en verwittigt ons wanneer het zover is. ‘El agua viene’ is een kreet die je vaak hoort in de wijk.” (lacht)
De aangenaamste verrassing: “De locals hebben ons met open armen ontvangen. Het heeft niet lang geduurd om nieuwe vriendschappen op te bouwen en een deel te worden van de gemeenschap. Héél fijn.”
De mooiste herinnering: “Vorige zomer vierden Jan en ik onze vijftiende huwelijksverjaardag in het gezelschap van de locals. Het voelde alsof we Amador, Rafael, Remedios, Peter en Sandra al jaren kenden. Heerlijk was dat.”
Het moeilijkste moment: “Jan en ik hadden maar drie weken tijd om de cortijo hélemaal in orde te brengen voor de eerste gasten arriveerden. De tuin was overwoekerd, het zwembad één grote modderpoel en daarbovenop raakten we verstrikt in de administratieve rompslomp. Het waren helse week waarin ik af en toe een traan heb gelaten, maar gelukkig is alles goed gekomen.”
Het grootste gemis: “Helemaal niets, eerlijk gezegd.”
Spijt? “Absoluut niet! Ook al schipper ik momenteel nog tussen België en Spanje, één ding weet ik zeker: Alfaix is dé plek waar Jan en ik oud willen worden.”
Wil je meer lezen? Op www.cortijolamorera.com kom je nog meer te weten over haar Spaanse avonturen.
LEES MEER VERHALEN VAN BELGEN DIE ONS LAND ACHTERLIETEN:
- “Met Oye LENA hoop ik kansarme kinderen in Curahuasi een mooie toekomst te geven”
- “Mijn zus vertrok enkele jaren eerder al naar Amerika, nu ‘verloor’ ze ook haar tweede dochter”
- “Ik moest oppassen of ik kreeg een boete, gewoon omdat ik mijn brievenbus leeghaalde” (lacht)
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!