Lezeres in het buitenland: “Met Oye LENA hoop ik kansarme kinderen in Curahuasi een mooie toekomst te geven”
Steeds meer Belgen zoeken hun geluk in het buitenland. Stefanie is één van hen: zij verhuisde bijna acht jaar geleden naar het Peruaanse bergdorpje Curahuasi, de geboorteplek van haar man Gilder.
In het DNA
Stefanie: “De zin voor avontuur zit misschien wel een beetje in het DNA van de familie Van Erps. Niet alleen mijn ouders, maar ook mijn grootouders hebben meerdere keren in het buitenland gewoond. Al moet ik toegeven dat ik zelf nooit met het idee heb gespeeld om elders hélemaal opnieuw te beginnen. Een buitenlandse stage daarentegen, dat zag ik wel volledig zitten. Als leerkracht lager onderwijs kon ik in mijn laatste jaar enkel naar Afrika, maar die stageplek sprak me niet echt aan. Later, dacht ik bij mezelf.
Enkele jaren later, in 2011, was het moment daar. Ik werd al een jaartje ouder, en ik wist maar al te goed dat ik zo’n avontuur moest aangaan vóór ik gesetteld was. Dus besloot ik mijn job op te geven en vijf maanden vrijwilligerswerk te gaan doen in Peru. Zuid-Amerika sprak me altijd al aan: de natuur is er prachtig, ik was verliefd op de taal, en het onderwijs stelt er in de meeste landen heel weinig voor. De ideale combinatie voor een leerkracht, dacht ik. Dat ik terug naar huis zou keren met een lief, dat was uiteraard niet volgens plan. (lacht)
Man van de natuur
Gilder was een knappe, grappige en vooral avontuurlijke Peruaan die toeristen meenam om te gaan raften. In het begin dacht ik dat de relatie nooit ging stand houden. Je kent dat wel: een vakantieliefde die uitdooft als je elkaar niet meer ziet. Maar niets was minder waar. De klik was er, dus waarom zouden we dan opgeven, enkel en alleen omdat onze roots ergens anders lagen? Na vijf maanden vrijwilligerswerk en drie maanden rondtrekken, keerde ik terug naar België. Enkele maanden later, in het hoogseizoen, werkte hij voor de derde keer op rij als raftgids in Noorwegen. Samen beleefden we vier prachtige maanden, keerden samen terug naar België met het idee er de draad terug op te pikken.
Maar Gilder is een man van de natuur. Hij is op z’n best als hij omringd is door bergen, stromende waters en avontuurlijke wandelpaden. (lacht) Een leven in het hartje van Brussel waar ik woonde, zag hij niet zitten. En ik eerlijk gezegd ook niet. Eind 2012, een kleine twee jaar nadat ik Gilder had leren kennen, keerden we samen terug naar Peru. Hij voor eeuwig, ik nog niet helemaal…
Grote dankbaarheid
Voor ons vertrek had ik in België nog heel wat te regelen. De huur van mijn appartement moest nog opgezegd worden, mijn hele hebben en houden verdeelde ik onder vrienden en familie. (lacht) Hoewel alles erop wees dat ik niet snel weer op Belgische bodem zou staan, geloofde iedereen dat ik na een jaar al terug zou zijn. Niet dat ze niet geloofden in Gilder en mij, mijn familie en vrienden waren juist razend enthousiast over mijn nieuwe avontuur. Maar omdat ik zelf heel nuchter in het avontuur stapte, en mezelf altijd voorhield dat ik het leven ging nemen zoals het kwam, had niemand verwacht dat ik na acht jaar nog steeds in Peru zou zijn…
Kort voor mijn vertrek gaf ik nog een heus afscheidsfeestje om iedereen nog eens goed vast te kunnen pakken, en te zeggen hoe graag ik ze wel niet zie. Maar het werd niet zomaar een feestje. Omdat ik al concrete plannen had om mijn eigen onderwijsproject uit de grond te stampen, werd het eerder een inzamelactie dan een afscheidsfeestje. (lacht) Ongelooflijk hoe veel mensen kwamen opdagen en me een duwtje in de rug gaven. Zonder al die mensen zou ik vandaag al die kinderen in armoede geen mooie toekomst kunnen bieden. Daar ben ik iedereen nog steeds zo ontzettend dankbaar voor.
Drie keer verhuisd
De eerste maanden in Peru waren behoorlijk pittig. In het begin had ik een toeristenvisum, en daarmee kon ik natuurlijk niet voor eeuwig blijven. Dus zat er niets anders op dan te trouwen. Het klinkt heel onromantisch, maar in feite was het niet meer dan een papieren huwelijk. (lacht) Wat uiteraard niet wegneemt dat ik Gilder héél graag zie. Meteen nadien heb ik mijn eigen onderwijsproject uit de grond gestampt: Oye LENA. Daarmee wilde ik de armere kinderen in Curahuasi, het geboortedorp van Gilder in het hartje van het Andesgebergte, een mooie toekomst geven. Ze volgen les, krijgen hulp bij het huiswerk. Maar het is veel meer dan dat. Je wilt niet weten hoe vaak ik ’s nachts al uit bed ben gebeld of naar het politiebureau ben geroepen om kinderen te helpen. Jammer genoeg krijgen kinderen in Peru nog veel te vaak te maken met mishandeling, alcoholisme en misbruik…
Daarnaast zijn Gilder en ik maar liefst drie keer verhuisd. Soms kwam er maar enkele uren per dag water uit de kraan, en als we pech hadden, zaten we dagen zonder elektriciteit. Toen ik de eerste keer zwanger was, woonden we in een huis vol schimmel. Niet echt ideaal. Uiteindelijk kochten we een terrein dat een klein anderhalf voetbalveld groot is, en bouwden we onze eigen stek. We installeerden een tank om zoveel mogelijk water in dat ene uurtje per dag te kunnen opslaan, en we kochten een generator, zodat we enkele uren per dag elektriciteit hadden. Hoe moeilijk het soms ook was, nooit heb ik gedacht: ik ga terug naar huis.
Al hebben mijn ouders wel op het punt gestaan om op het vliegtuig te springen en me te komen halen. Tijdens mijn eerste zwangerschap was ik de eerste weken zo ziek, dat ik vijf kilo was vermagerd. Toen ik naar huis belde, schrokken ze wel even. Eerst dachten ze dat ik depressief was, niet wetende dat ze oma en opa gingen worden. (gniffelt)
Casa Lena
Intussen zijn we een kleine acht jaar verder en zijn Gilder en ik de trotse ouders van dochter Sofia, zoon Elliot en honden Pisco, Stella en Lila. In het begin hielp mijn man me vooral in het onderwijsproject. De handige Harry van de bende. (lacht) Maar hij miste het avontuur. Omdat de vrijwilligers weleens vroegen om te gaan raften, en ook ouders die op bezoek kwamen zin hadden in een avontuur, groeide het idee om een bed & breakfast te beginnen: Casa Lena. Zo kon Gilder terug op pad met toeristen, en hadden de ouders van de vrijwilligers meteen een slaapplek in de buurt.
Niet alleen vrienden en familie van de vrijwilligers komen op bezoek, in de zomer komen er ook jongeren met reisorganisatie Joker over de vloer voor een driedaags bezoek. Dan gaan ze langs op het project, waar ze met de kinderen spelen of helpen bij het huiswerk, en neemt Gilder hen mee om te gaan raften, fietsen en wandelen. Ze overnachten ook een nachtje op het strand, met kampvuur en een Peruaanse barbecue. Een groot succes!
Hard verdict
Het leven gaat dus gewoon z’n gangetje, al ben ik mijn familie en vrienden in België zeker niet vergeten. Sinds de geboorte van Sofia en Elliot, gaan we elk jaar een paar weken naar België om iedereen terug te zien. Wat is het heerlijk om elkaar terug in de armen te vliegen en gezellig bij te kletsen. Maar vorig jaar liep onze jaarlijkse trip helemaal anders dan verwacht. Na een controle bij de gynaecoloog, bleek ik borstkanker te hebben. Ik moest een jaar in het land blijven voor de behandeling. Het bezoek van een maand werd er dus eentje van twaalf maanden.
In juni zouden we normaal gezien eindelijk terugkeren naar huis, maar daar stak het coronavirus een stokje voor. Peru ging nog voor België in lockdown, en legde onmiddellijk héél strenge regels op. Het onderwijsproject moest de deuren sluiten, de vrijwilligers werden gerepatrieerd en ik zat met mijn gezin vast in België. Nog steeds trouwens. Momenteel hebben we nog altijd geen vooruitzichten wanneer we precies terug naar huis kunnen, maar één ding weet ik zeker: van zodra het kan, zijn we weg. Terug naar huis, terug naar mijn ‘oude’ leventje, terug naar de plek waar ik mijn hart verloor.”
Het land van de Inca’s
Het grootste cultuurverschil: “In het bergdorp waar ik woon, zijn de kinderen koning. In het begin kon ik mijn ogen niet geloven als ik een kind met een papfles vol limonade zag rondlopen, of om elf uur ’s avonds nog een groepje kleuters op straat zag spelen. De kindjes gaan niet naar school als ze niet willen, maar ze moeten dan wel helpen in het huishouden, op het veld of een hele dag de winkel openhouden… Heel vreemd om te zien.”
Het grote voordeel: “Het leven in een dorp, midden in de natuur. En dat ik de eerste jaren voltijds mama kon zijn, ook al ben ik nooit gestopt met werken. Als ik les gaf, zaten de kinderen in een hoekje te spelen, of had ik ze dicht bij mij in de draagzak. Zalig!”
Het grote nadeel: “Ik ga er niet om liegen: het financiële. Als mama wil ik mijn kinderen alle kansen in het leven geven, en dat is in Curahuasi niet altijd even makkelijk.”
De levenskwaliteit: “Kan niet beter. De zon schijnt bijna het hele jaar door, ik spendeer heel veel tijd met het gezin en mijn job geeft me tonnen energie. Soms denken de mensen in België dat ik een hele dag onder een palmboom van een cocktail lig te nippen, terwijl ik soms harder werk dan vroeger. Maar hoe hectisch het leven soms ook is, ik kan me geen beter leven wensen.”
De aangenaamste verrassing: “Het respect dat ik kreeg van de familie. Sofia en Elliot groeien héél anders op dan de kinderen in het dorp. Geen limonade in een papfles, ’s avonds op tijd in bed. En dat vinden ze helemaal oké.”
De grootste blunder: “Een klassieker: ooit vroeg ik aan een mama of ze opnieuw zwanger was. Bleek dat ze gewoon enkele kilo’s verdikt was. (lacht) Maar dat kan natuurlijk iedereen overkomen.”
Het moeilijkste moment: “Sinds de geboorte van Sofia en Elliot zakken we één keer per jaar af naar België, om tijd door te brengen met familie een vrienden. Maar het afscheid wordt elk jaar moeilijker. Al een week op voorhand word ik ziek van verdriet…”
Het grootste gemis: “Het sociale leven. In Curahuasi kun je niet naar een theater, nooit eens uit je dak gaan op een optreden of nooit eens een frisse pint op café drinken. Dat kennen ze daar niet. Meestal troepen de mensen samen op straat, in een winkel of gewoon thuis. Dat is heel gezellig, maar soms heb ik nood aan iets helemaal anders.”
Spijt? “Absoluut niet. Al besef ik nu wel hoe rotverwend we in België zijn. Stel dat de kinderen op een dag zwaar ziek worden, dan keren we hoogstwaarschijnlijk terug. Om hen de beste zorgen te kunnen geven. Maar zolang iedereen gezond en gelukkig is, zijn we thuis in Peru.”
Wil je meer lezen? Op www.casalenaperu.com en www.oyelenaperu.com en kom je nog meer te weten over haar Peruaanse avonturen.
LEES MEER VERHALEN VAN BELGEN DIE ONS LAND ACHTERLIETEN:
- “Mijn zus vertrok enkele jaren eerder al naar Amerika, nu ‘verloor’ ze ook haar tweede dochter”
- “Ik moest oppassen of ik kreeg een boete, gewoon omdat ik mijn brievenbus leeghaalde” (lacht)
- “De eerste dagen waren vreselijk, al bleek dat nog maar het begin te zijn van de helse weg die ons te wachten stond”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!