Lezeres in het buitenland: “Het enige zekere was dat een vriend me kwam ophalen in Arusha, maar daar moest ik natuurlijk eerst nog geraken”
Steeds meer Belgen zoeken hun geluk in het buitenland. Katlijn is één van hen. Zij verloor na een stage haar hart aan Tanzania, en besliste meer dan drie jaar geleden om voorgoed te verhuizen.
Liefde op het eerste gezicht
Katlijn (30): “Het was zeker niet makkelijk om de grote oversteek te maken naar Tanzania. Als tiener en als jonge twintiger was ik altijd een bezige bij: ik ging naar de muziekschool, speelde bij de fanfare van het dorp, ik zong in een koor en in een bandje samen met mijn broers én ik ging elke zondag naar de jeugdbeweging. Maar toen ik acht jaar geleden voor het eerst voet aan land zette in Tanzania, voelde ik meteen een warme Afrikaanse gloed door mijn lijf stromen. Het was liefde op het eerste gezicht.
Als kleuteronderwijzeres in spé deed ik drie maanden stage in een klein schooltje. Een van mijn docenten vond het project ‘Bolle Bolle’ écht iets voor mij. En gelijk had ze! De mensen waren zo open, en zo enthousiast. De leerlingen hadden discipline, en waren oprecht blij met elke kleine verandering. Het was zalig om na drie maanden het resultaat te zien, al was de school nog lang niet helemaal in orde.
Waar blijft die zomer?
Die stage was me zo goed bevallen, dat ik het jaar nadien – nadat ik afstudeerde – voor acht maanden opnieuw naar Tanzania trok om het project ‘Bolle Bolle’ verder te zetten. Vóór mijn vertrek zamelde ik heel wat centjes in om nog meer te kunnen betekenen voor de kindjes. Zo liet ik de kleuterklas – waar eerst alleen maar bankjes stonden – ombouwen tot een échte klas. De lokale schrijnwerker timmerde een kast in elkaar, die ik volpropte met pedagogisch materiaal. Stap voor stap waren het niet langer simpele gebouwen, maar werd het een échte school.
Na die acht maanden vrijwilligerswerk keerde ik terug, en had ik meteen mijn eerste job beet in een kleuterschool niet ver van mijn thuis. Maar stiekem zat ik met mijn hoofd nog helemaal in Tanzania. Drie zomers lang pakte ik begin juli terug de biezen, om de hele vakantie lang in het Afrikaanse schooltje aan de slag te gaan. En elke laatste week van augustus kreeg ik weer een cultuurshock te verduren toen ik weer huiswaarts keerde.
Onvergetelijk afscheid
In de zomer van 2014 wist ik eigenlijk al dat mijn hart in Tanzania lag. Niet alleen vanwege de school, de kinderen en de lieve mensen, maar ook omdat ik er letterlijk mijn hart verloor. Aan een lieve man. Langzaam groeide het idee om voorgoed naar Afrika te gaan. Jammer genoeg liep mijn relatie twee jaar later stuk, nog voor mijn vertrek. Maar dat heeft me niet tegengehouden om toch de grote stap te zetten, integendeel!
Kort voor mijn vertrek heb ik in de tuin van mijn ouders een groot feest gegeven. Maar liefst tweehonderd mensen waren erbij. De eersten kwamen toe in de vroege namiddag, de laatste mensen vertrokken diep in de nacht. Het was onvergetelijk! De fanfare van Velzeke, waar ik zelf jarenlang lid van was, kwam als verrassing enkele liedjes spelen. Mijn broers en een paar vrienden hadden een optreden van mijn favoriete band ‘Et Encore’ geregeld. Nadien hebben mijn broers en ik zelf nog een mini-optreden gegeven. Vooral de tekstjes tussen de liedjes waren memorabel. (lacht)
Op weg naar het onbekende
Op 17 augustus 2016 ben ik dan op het vliegtuig gestapt, met twee koffers vol herinneringen, en kleren natuurlijk. Ik weet nog goed dat ik tijdens de vlucht heel mijn leven heb afgespeeld in mijn hoofd, en bij mezelf dacht: waarom doe ik dit eigenlijk? Maar ergens wist ik dat het de juiste beslissing was, en dat geen enkele weg onomkeerbaar is. Als het me niet beviel, kon ik altijd terugkeren. Het hielp ook wel dat ik in december al terug naar huis ging. Mijn visum verviel dus moest ik een nieuwe aanvragen, en ik had nog heel wat spullen die niet in mijn valies pasten. Als ik tegen dan mijn draai niet gevonden had, dan stopte mijn avontuur gewoon.
Eén keer aangekomen, had ik helemaal geen plan. Ik had zelfs geen taxi geregeld om me op te pikken. Het enige zekere was dat een vriend me kwam ophalen in Arusha, maar daar moest ik natuurlijk eerst nog geraken. Gelukkig ging alles vrij vlot. De weken nadien kwam ik geleidelijk aan op mijn pootjes terecht, elke dag was een heel nieuw avontuur. Ik leerde mensen kennen die me hielpen bij het zoeken van een job, of me meenamen naar voor mij nog onbekende plekken. Ja, in het begin ben ik enkele keren verhuisd en heb ik al mijn spaarcenten opgesoupeerd. Maar dat is toch niet abnormaal, toch?
Grote dromen
Na drie jaar heb ik echt mijn draai gevonden. Samen met mijn man – ja, intussen vond ik opnieuw de liefde en stapte ik zelfs in het huwelijksbootje – heb ik een klein safaribedrijfje. Wat we doen? Safari’s op maat maken: ik ben de planner, Leonce is de gids. Verder vangen we ook nog straathonden op. Momenteel lopen er maar liefst zes viervoeters in huis. Stiekem droom ik nog om een eigen lodge te openen, maar ik zal nog een paar jaar geduld moeten hebben. We willen het écht goed doen, en in Afrika neem je daar beter de tijd voor.”
IN LOVE WITH AFRICA!
Het grootste cultuurverschil: “De locals zijn héél religieus. Het leuke is dat moslims, hindoes, christenen, … perfect naast en met elkaar kunnen leven. In al die tijd dat ik hier ben, heb ik al heel wat mooie vriendschappen opgebouwd. De gesprekken die ik heb, maken me zo rijk.”
De aangenaamste verrassing: “Het leven op straat. Iedereen praat met iedereen, en ze schieten je ongetwijfeld te hulp als je valt, of botst met de wagen. Met tien stormen ze op je af, zalig. (lacht)”
Het grote voordeel: “Wel, omdat ik echt geen fan ben van sneeuw en de kou is het prachtige weer natuurlijk mooi meegenomen. Maar ook de tijd die ik met vrienden en familie doorbreng, is veel intenser. Heerlijk.”
Het grote nadeel: “De normale zaken van vroeger zijn speciallekes geworden, juist omdat die een stuk duurder zijn. Een pot choco kost al snel twaalf euro, en voor een kilogram kaas leg je zo’n vijftig euro neer.”
De grootste blunder: “Tellen in het Swahili ging niet zo vlot. (lacht) Eén keer ik aan tien kwam, zei ik eens kuma in plaats van kumi. Kort samengevat: ik telde van één tot ‘vagina’. De kinderen lagen in een deuk, en ik was me van geen kwaad bewust.”
De levenskwaliteit: “De kloof tussen arm en rijk is gigantisch, en die wordt alleen maar in stand gehouden door de rijken. Wie genoeg geld heeft, neemt vaak mensen in dienst voor een hongerloon… Heel veel mensen kunnen zelfs geen ziekenhuis betalen, laat staan genoeg eten voor het hele gezin. Gelukkig kunnen ze wel op elkaar rekenen.”
Het moeilijkste moment: “Het moment dat mijn opa stierf. Pas dan besef je hoe ver je eigenlijk van huis bent, en je niet op één, twee, drie bij je familie kunt zijn.”
Het grootste gemis: “Logisch: vrienden en familie natuurlijk! Soms ook wel eens een feestje waar je iedereen kent. Maar verder heb ik het hier enorm naar m’n zin.”
Spijt? “Neen, integendeel! Ik zou het zo opnieuw doen. De kans is héél klein dat ik ooit terugkeer. Het eerste jaar dacht ik wel: nog twee jaar, en dan is het genoeg. Maar nu heb ik mijn draai gevonden, en voelt Tanzania écht als thuis.”
Wil je meer lezen? Op www.leonadventures.com kom je meer te weten over het avontuur van Katlijn en haar man Leonce.
LEES MEER VERHALEN VAN BELGEN DIE ONS LAND ACHTERLIETEN
- Lezeres in het buitenland: “Ik moest weg. Weg van alles wat me aan Davie deed herinneren”
- Lezeres in het buitenland: “Daar stonden we dan. Geen werk meer, binnenkort geen huis meer. Het leek wel een aflevering van ‘Ik Vertrek’”
- Lezeres in het buitenland: “Ik wist zeker dat ik later naar Frankrijk zou gaan. Is dat even anders uitgedraaid (lacht)”
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!