Mijn verhaal: Irène leerde pas op haar 62ste lezen en schrijven
Irène (74): “Dom, zo voelde ik me. Oerdom. Jarenlang deed ik mijn uiterste best om aan niemand te laten merken dat ik niet kon lezen of schrijven. ‘Ik heb mijn leesbril niet bij’, of ‘Ik heb nu geen tijd’, zei ik dan. Ik was een kei in uitvluchten bedenken, zolang ik maar niet moest toegeven dat ik geen flauw benul had van wat er stond. Ik was beschaamd, want welke volwassen vrouw kan nu niet lezen en schrijven? Ook thuis of in de familie kreeg ik vaak te horen dat ik dom was. ‘Ach, ‘t is ons Irène maar’, zeiden ze dan, alsof dat een excuus was om dingen niet te moeten uitleggen.
Ik kom uit een arm gezin. Op mijn zesde vertrok mijn moeder met mijn pasgeboren broertje en besloot mijn vader mij en mijn twee zussen naar het weeshuis te brengen. Mijn zussen mochten naar een gewone school, terwijl ik, samen met nog een heleboel andere weeskinderen, in het weeshuis zelf les kreeg. Ik herinner me nog de muren van het leslokaal, waartegen allemaal woorden hingen. Die kon ik vlot lezen, dat weet ik zeker, net als de woorden in de enveloppe, die we dag in dag uit oefenden. Maar toen mijn vader ons na vier jaar weer kwam halen en ik naar een gewone school moest gaan, bleek dat ik eigenlijk helemaal niet kon lezen. Heel gek, vond ik dat, want in de klas in het weeshuis was ik een goeie leerling. Nu denk ik dat ik de woorden aan de muur gewoonweg vanbuiten had geleerd, en wist dat twee letters ‘de’ betekenden, en dat dat bepaald woord ‘aap’ voorstelde. Maar écht lezen en schrijven kon ik dus niet. Ik herkende de woorden, zeg maar.
“Er is een nieuwe wereld voor mij opengegaan. Ik bén niet dom, ontdekte ik, ik kan wél nieuwe dingen leren”
Uiteindelijk beslisten de leraars dat ik in de klas bij mijn vier jaar jongere zus moest zitten. Maar ook daar kon ik niet volgen. Want in plaats van me even apart te nemen en écht te leren lezen en schrijven, liet de leerkracht me aan mijn lot over. Achteraan in de klas zat ik dan te haken of te breien, of ik moest van de nonnen kolen scheppen of de melkbakken sorteren. Geen wonder dat ik meer dan eens werd gepest in de klas… Bovendien hield de nieuwe vrouw van mijn vader me alsmaar vaker thuis van school om voor haar baby te zorgen. Ik was tien jaar, maar ik was al een echt moedertje. Ik waste, streek, kookte. En had mijn stiefmoeder geen zin om te gaan werken, dan stuurde ze mij naar het huis waar zij moest gaan poetsen. Uiteindelijk werd ik op mijn dertiende definitief van school gehaald om als dienstmeisje aan de slag te gaan bij een rijk gezin met vier kinderen. Van leren kwam niets meer in huis.
Op mijn tweeëntwintigste trouwde ik en niet veel later werd ik moeder van twee dochters. Toen zij op school leerden lezen en schrijven, deed ik alsnog een poging om het te leren. Maar eens mijn dochters in het derde leerjaar zaten, moest ik afhaken. Ik vond het jammer en frustrerend dat ik niets begreep van wat er in brieven stond, maar ik had de hoop het ooit te leren al lang opgegeven. Ook toen ik na mijn scheiding aan de slag ging in een beschutte werkplaats botste ik op mijn grenzen. Jarenlang leidde ik nieuwkomers op, die vroeg of laat steevast een hogere functie kregen dan ik, omdat zij de bestelbonnen wél konden lezen.
Uiteindelijk was het mijn buurvrouw die me overhaalde om opnieuw naar school te gaan. Ik had haar na lang twijfelen in vertrouwen genomen. Of zij me misschien kon helpen met mijn paperassen nu mijn kinderen de deur uit waren? Dat deed ze met veel plezier. Ze vertelde me dat haar vader ook op latere leeftijd had leren lezen en schrijven. ‘Waarom doe jij dat niet?’, vroeg ze me. Maar ik voelde me zo oud… Uiteindelijk maakte zij voor mij een afspraak bij het Centrum voor Basiseducatie. Toch twijfelde ik tot het laatste ogenblik of ik er wel mee door zou gaan. Allemaal twijfels voor niets, zo bleek al snel, want de manier waarop ik er ben opgevangen was fantastisch. Madeleine, mijn juf, stelde me meteen gerust: ‘Hier zijn geen domme vragen, Irène, hier mag je fouten maken’. Nog steeds, als ik daaraan terugdenk, krijg ik kippenvel. Die dag is er een nieuwe wereld voor mij opengegaan. Ik ben niét dom, zo ontdekte ik, ik kan wél nieuwe dingen leren. Want ik leerde niet alleen lezen en schrijven, ik kan nu ook met de computer werken en ik spreek een mondje Engels.
Maar los van alle leerstof die ik heb opgepikt, heeft mijn opleiding mij als persoon enorm veranderd. Ik ben zoveel socialer geworden, heb zoveel nieuwe vrienden gemaakt. Zelfs mijn buren vertelden me dat ze blij waren eindelijk te weten hoe mijn stem klonk… Zó timide was ik vroeger. Tegenwoordig lees ik boeken van Dirk Bracke, geef ik brei- en naailes in de buurt, stuur ik e-mails naar mijn dochter in Canada en lees ik graag de Wablieftkrant. Nog steeds ben ik ongelooflijk blij dat ik het toch heb aangedurfd opnieuw naar school te gaan en mijn trauma definitief achter mij te laten. Want niemand is te oud om te leren, daar ben ík het beste bewijs van.”
Het levensverhaal van Irène kun je lezen in ‘Van au pair tot ambassadeur’, ISBN 9789490738358, Uitgeverij De Draak, € 12,50
(Tekst: Lies Van Kelst. Beeld: Getty Images)