Omgaan met pestgedrag.
Wanneer kan je spreken van pesten?
Als jouw kind thuiskomt en klaagt dat het gepest of uitgelachen werd hoeft dat niet altijd te betekenen dat dit ernstig is. Als dit van een vriendje of vriendinnetje komt waar je kind normaal goed mee kan opschieten zal dit even snel overwaaien als het begonnen is en zal het geen traumatische ervaringen nalaten bij je zoon of dochter. Als je echter merkt dat het gepest blijft bestaan en dat je kind echt last heeft van wat er op school of daarbuiten gebeurd, dan is het belangrijk om te luisteren en de situatie serieus te nemen. Gepeste kindjes zullen ook vaak verzwijgen wat er gaande is, maar je kan het wel merken aan bepaalde dingen. Verzint je kind smoesjes om niet naar school te moeten, zakken de punten plots hevig, wilt het niet meer meedoen aan na-schoolse activiteiten of zie je een verandering in het algemeen humeur van je kind, dan zou dat kunnen liggen aan het feit dat er gepest wordt.
Verschillen in pestgedrag.
Als je blauwe plekken, gescheurde kleren of vernielde spullen ziet bij je kind is het nogal duidelijk dat er geweldadige pesters aan het werk zijn. Maar meestal gaan pestkoppen slimmer te werk en pesten ze op subtielere manieren. Naast het fysisch pesten is er ook nog sprake van direct en indirect verbaal pesten, met woorden kan er hard mentaal kwaad gedaan worden. Zowel tegen het slachtoffer zelf als achter de rug worden lelijke dingen gezegd die je kind veel pijn kunnen doen. Ook uitsluiting is een vorm van pesten. Het kind mag niet bij de groep en zit noodgedwongen alleen op de speelplaats.
Hierdoor zal het zelfvertrouwen natuurlijk een deuk krijgen, en dit kan gevolgen hebben voor het verdere leven. De meest recente vorm van pesten is het zogenaamde cyberpesten. Via internet kan er op een harde en anonieme manier gepest worden. Ook al is er geen face-to-face confrontatie, de gepeste kan vaak niet optreden omdat de pester anoniem blijft en zo zal er een wantrouwen tegenover iedereen ontstaan.
Wat kan je doen?
Het belangrijkste is om je kind duidelijk te maken dat het niet zijn of haar fout is. Leer je kind om trots te zijn op zichzelf, en ook op de punten die de pesters aanhalen. Dit is zeker geen gemakkelijke opdracht, herhaal je boodschap genoeg, want je kind hoort misschien het tegendeel nog meer. Zorg dat de onzekerheden die er aanwezig zijn zeker niet gaan overheersen en wijs op de talenten en de goede eigenschappen die je kind heeft.
Het is normaal dat je onmacht voelt en dat je het liefst van al de ouders eens goed wil gaan zeggen wat je denkt, maar dat zal de situatie alleen maar erger maken. Vraag aan je zoon of dochter of hij of zij zelf een leraar in vertrouwen wil nemen, en stap anders zelf naar de directie om samen het pestbeleid te bekijken. Als de school op de hoogte is, is het beter om af te wachten tot een leerkracht de pester zelf betrapt en straft. Zo zijn er geen verraders in het spel en zal de boel niet escaleren.
Maar hou steeds in het achterhoofd dat kinderen maar kinderen zijn, en dat een pester de ene week een vijand kan zijn en de volgende week terug de beste vriend kan zijn. Maak geen overhaaste beslissingen.