Praten met je handen
26 sep 2011
Het ziet er speels, geheimzinnig en mysterieus uit. Maar hoe zit gebarentaal eigenlijk in elkaar? Speciaal voor Werelddovendag zochten wij het uit.
Gebarentaal of gebarensysteem?
- Gebarentaal ontstaat spontaan, vanuit het contact tussen dove mensen. Zo’n taal heeft een eigen grammatica en “gebarenschat”, los van gesproken taal.
- Een gebarensysteem is kunstmatig, en een combinatie van gesproken taal en gebaren. De woorden worden echt uitgebeeld. Misschien heb je al gehoord van SMOG, Spreken met Ondersteuning Van Gebaren. Dat systeem is geknipt voor horende mensen met communicatieve of mentale beperkingen, dus niet voor doven of slechthorenden
3 tips voor beginners
- Concentreer je niet alleen op je handen, maar laat ook je ogen, wenkbrauwen, lippen en schouders meespreken.
- Gebruik je lichaamstaal bewuster, maar overdrijf niet.
- Denk in beelden. Probeer niet terug te vallen op woorden en zinnen om je gedachten te ordenen.
Roep niet zo
Ook met gebaren kan je makkelijk nuances leggen:
- Grote of kleine bewegingen. Afhankelijk van de grootte van de beweging verandert het volume. Doorgaans gebaar je tussen hoofd en heupen.Grotere gebaren zijn “luid”, heel kleine “stil”. Zelfs fluisteren kan, met kleine bewegingen dicht bij het lichaam.
- Snelle of trage bewegingen. Het tempo bepaalt de hevigheid van het gesprek.
- Losjes uit de pols of plechtig. Formele en informele situaties vragen om een andere aanpak. Een lezing op een congres of een avondje uit… Je zal het verschil merken.
Een tipje van de sluier
- Gesproken woorden kan je niet zomaar vertalen. Voor sommige gebaren bestaat geen sluitend Nederlands woord en omgekeerd. Met verschillende gebaren of woorden lukt het wel. “Agente” bestaat uit twee gebaren: “agent” en “vrouw”
- Veel gebaren verwijzen rechtstreeks naar de vorm van het bedoelde onderwerp. Met je beide handen aan een denkbeeldig stuur draaien, betekent “auto”.
- Ook abstracte begrippen krijgen hun gebaar. “Vriendschap” druk je uit door je beiden handen in elkaar te slaan en er lichtjes mee te schudden.
- Voor namen en afkortingen gebruiken veel doven en slechthorenden het vingeralfabet. Omdat het gebaseerd is op gesproken taal, behoort “vingerspellen” strikt genomen niet tot de gebarentaal. Toch wordt het dikwijls gebruik. Met je vingers kan je makkelijk afkortingen als “btw” en “wc” spellen”.
In Vlaanderen maken zo’n zesduizend dove mensen er gebruik van. Nog eens zevenduizend horende mensen beheersen het ook. De Vlaamse Gebarentaal (VGT) is maar een van de talloze gebarentalen wereldwijd. Want net als gesproken talen verschillen ze per land, en zelfs per streek!