Roemeense steek

Maak prachtige blaadjes met de Roemeense steek

Door Rani Merckx

De Roemeense steek vraagt wat precisiewerk, maar eens je hem in de vingers hebt, maak je er mooie getextureerde blaadjes mee!

De Roemeense steek

De Roemeense steek is gelijkaardig aan de bladsteek, maar met het verschil dat er bij deze steek een decoratief ‘golfje’ over de centrale nerf ligt. Het is een mooie steek om (bloem)blaadjes mee op te vullen en textuur te geven. De Roemeense steek werkt het best op een symmetrisch figuur. Zo zijn bijvoorbeeld blaadjes in de vorm van een parallellogram hier heel geschikt voor.

Hoe maak je de Roemeense steek?

De Roemeense steek bestaat uit horizontale stiksteken die in het midden worden vastgezet met een hechtsteekje dat eruit ziet als een golfje. Hoe preciezer de hechtsteekjes geborduurd worden, hoe mooier de nerf. Een dubbele hulplijn in het midden en een handig borduurtrucje kunnen je hierbij helpen.

Aan de slag!

Benodigdheden

  • Borduurring
  • Stof
  • Garen DMC
  • Borduurnaald met scherpe punt
  • Schaartje
  • Verdwijnstift Prym

Werkbeschrijving

  1. Teken in het blaadje dat je wilt opvullen een dubbele centrale nerf als hulpmiddel. Dit worden hulplijn 1 (de rechtse hulplijn) en hulplijn 2 (de linkse hulplijn). De afstand tussen deze parallelle lijnen bepaalt de breedte van het ‘golfje’ over de centrale nerf.
  2. Borduur de omtrek van het blaadje met de stiksteek. Voor de opvulling van het blaadje gebruik je de Roemeense steek. Deze steken gaan telkens net voorbij de omtreklijn. Ben je heel bedreven in het borduren? Dan kun je deze stap eventueel overslaan.

Steek 1:

  1. Steek de naald van onder naar boven door de stof in het onderste linkse punt van de omtrek van het blaadje. Borduur een lange horizontale stiksteek naar de overkant.
  2. Kom terug boven met de naald in hulplijn 1, net boven de horizontale steek.
  3. Maak een klein stiksteekje naar hulplijn 2 en ga hierbij over de horizontale steek. Je zet als het ware de horizontale steek in het midden vast met een klein hechtsteekje.

Steek 2 (en alle steken die daarop volgen):

  1. Hoe dichter de steken boven elkaar staan, hoe mooier het vlak gevuld zal worden. Vanaf de tweede steek kun je een trucje toepassen om de steken heel dicht tegen elkaar te borduren en het hechtsteekje heel precies te positioneren. Je maakt de horizontale steek eerst als een lus en trekt deze lus pas aan als de naald in hulplijn 2 steekt.
  2. Steek de naald van onder naar boven door de stof op de omtrek van het blaadje en borduur een lange horizontale stiksteek naar de overkant. Trek het garen nog niet volledig door, maar laat een kleine lus en leg deze naar onder toe.
  3. Komt terug boven met de naald in hulplijn 1, op dezelfde hoogte als de horizontale steek. Trek de lus nog steeds niet door.
  4. Ga met de naald over de lus, leg de lus naar boven en steek in hulplijn 2. Trek nu eerst de lus van de horizontale steek aan aan voordat je de naald verder door de stof trekt.
  5. Trek vervolgens de naald volledig door en trek het garen aan.
  6. Maak een reeks steken om het blaadje op te vullen.
  7. Ben je klaar? Steek je naald naar achter, keer je werkje om, splits je draden in twee groepjes en leg enkele knoopjes boven elkaar. Knip af.

Ken je deze steken al?

Volg ons op FacebookInstagramPinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."