Spreekwoordelijk doorgelicht

Door De Redactie

Hij werd geboren op een zondag, met een helmpje op. De kansen die hij kreeg, heeft hij gegrepen. Een gesprek over geluk, liefde én zijn ereburgerschap in Ardooie.

Hij werd geboren op een zondag, met een helmpje op. De kansen die hij kreeg, heeft hij gegrepen. Een gesprek over geluk, liefde én zijn ereburgerschap in Ardooie.

Het volledige interview lees je in Libelle 15 (12 april)

De ochtendstond heeft goud in de mond

Zit hier een vroege vogel voor mij?
“Jawel, al had ik dat als jonge gast nooit in mezelf gezien. Maar als je kinderen krijgt, wordt vroeg opstaan de logische gang van zaken. Mijn zoon en dochter zitten inmiddels op de middelbare school, ze vinden het leuk om me ’s morgens te zien voor ze vertrekken. Dus sta ik om zeven uur op. Een half uur later zijn ze de deur uit, en dan is het prettig om rustig de krant door te nemen bij een kop koffie. Ik heb ook gemerkt dat de ochtend een vruchtbare periode is. Als ik schrijf aan theaterstukken, krijg ik net dan het meeste gedaan.”

Elke vogel zingt zoals hij gebekt is

Hoe gaat het eigenlijk met je zangcarrière?
“Zangcarrière is een groot woord. Ik heb altijd gezongen, mijn hele familie zingt. Tegenwoordig heb ik zelfs een bandje met vier van mijn broers: BMI heten we. Dat staat voor ‘Brother Mass Index’, doorheen de jaren kweken we namelijk steeds meer ‘broeder massa’ bij elkaar. (lacht) Maar sinds ‘Steracteur’ weten meer mensen dat ik zing. Ik word regelmatig als gastzanger gevraagd, door een harmonie die een lokale ‘Night of the Proms’ organiseert bijvoorbeeld. Optreden met zo’n Big Band vind ik écht geweldig. En ja, ik krijg ook wel eens de vraag wanneer ik een plaat ga uitbrengen. Maar wat moet daarop staan? Ik schrijf zelf geen nummers, ik heb ook niet echt een muzikaal ei te leggen. Dat ei kan ik veel meer in het theater kwijt. Ik heb vroeger wel met die vraag geworsteld. Tijdens mijn eerste jaar aan het conservatorium riep een leraar: ‘Sercu, je moet nu eindelijk eens kiezen!’ Ik zat op de toneelschool, maar ik deed niks anders dan muziek spelen. Anderzijds: had ik toen op de muziekschool gezeten, dan was ik waarschijnlijk alleen maar met theater bezig geweest.”

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan

Maar je bent dus naar de toneelschool gegaan.
“Daar ben ik ingerold. Ik droomde ervan om onderwijzer te worden, maar halverwege het zesde middelbaar zei iemand: ‘Waarom ga je geen theater doen?’. Dat was Kurt Defrancq (acteur, bekend van zijn rol als Eric Bastiaens in ‘Thuis’, red.). Hij regisseerde een toneelstuk bij ons op school en zag iets in mij. En alleen maar omdat hij dat zei, ben ik er over beginnen nadenken. Ik wist niet eens dat de toneelschool bestond! Tijdens mijn eerste jaar liep ik er rond als een kip zonder kop. Ik was dan ook gebuisd, maar ik mocht mijn jaar overdoen. Pas toen gingen mijn ogen open: ik zat er wel degelijk op mijn plaats. Maar ik ben er dus toevallig terechtgekomen.”
 


 


 

 

matthias_sercu_0102.jpg FR

matthias_sercu_0102.jpg FR

 

matthias_sercu_0130.jpg FR

matthias_sercu_0130.jpg FR

 

matthias_sercu_0214.jpg FR

matthias_sercu_0214.jpg FR

 

matthias_sercu_0217.jpg FR

matthias_sercu_0217.jpg FR

 

matthias_sercu_0256.jpg FR

matthias_sercu_0256.jpg FR

 

matthias_sercu_0295.jpg FR

matthias_sercu_0295.jpg FR

 

matthias_sercu_0044.jpg FR

matthias_sercu_0044.jpg FR

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."