Uit de Grote Elfenencyclopedie
ELFEN
Elfen zijn goedaardige natuurgeesten met een haast bovennatuurlijke schoonheid. Dagmar behoort tot het laatste nog levende elfenras: de moeraselfen.
ELFENOREN
Elfen hebben puntoortjes. Puntoortjes horen doorgaans iets beter dan mensenoren, doch dit verschil valt te verwaarlozen.
ELFENVLEUGELS
Elfen hebben insectenvleugels. Sommige elfenmeisjes hebben prachtig gekleurde vlindervleugels, terwijl elfenjongens vaak kever-, hommel-, of lieveheersbeestjesvleugels hebben. Dagmar heeft net als zijn vader een dubbel paar vleugels. De elfenprins heeft de vleugels van de koningslibel.
KUSSEN
Het is algemeen geweten dat elfen niet op de mond mogen kussen met mensen. Als ze dit toch doen, verliezen ze ogenblikkelijk hun toverkracht en worden ze verbannen. Dit verbod heet de elfenvloek.
ELFENKONING ZIRKOS
Zirkos is de heersende koning van de moeraselfen. Hij is wijs en rechtvaardig. Hij was gehuwd met Lana. Ze hebben één zoon: Dagmar. Lana is kort na de geboorte van Dagmar gestorven.
ELFENGROET
Moeraselfen begroeten mekaar op een aparte manier.
MEDE
Mede, ook wel honingwijn genoemd, is een drank die gemaakt wordt van honing, kruiden en water. Elfen worden dronken van honing.
TOVEREN
Elfen hebben beperkte toverkracht. Ze bezitten het vermogen om met mentale kracht en concentratie voorwerpen te laten bewegen (telekinese) of te laten zweven (levitatie). De voorwerpen in kwestie blijven onderhevig aan de zwaartekracht. Met andere woorden, hoe zwaarder een voorwerp, hoe groter de krachtinspanning. Voorwerpen moeten zich ook steeds in de nabijheid en binnen het gezichtsveld van de elf bevinden. Voorbeelden van telekinese zijn: stopzetten van klokken, veroorzaken van kloppingen of andere geluiden, verplaatsen van foto’s of een tafel.
TUSSENWERELD
De Tussenwereld is de woonplaats van de Elfen. Hij ligt diep onder de aardkorst, maar de natuur is er magisch mooi en het land vruchtbaar.
VOOROORDELEN TEGENOVER MENSEN
De elfen bulken van de vooroordelen tegenover mensen. Zo ook Dagmar in het begin van de reeks. Gaandeweg zal Dagmar de vooroordelen loslaten en zijn mening over mensen bijstellen.
- Mensen zijn lelijk en ruiken vies (niet naar bloemetjes maar naar zweet, zweetvoeten, frituurvet, sigaretten… etc) en daarom vangen ze geuren in een potje om zich mee te parfumeren.
- Mensen zijn dom. Ze denken dat ze het middelpunt van het universum zijn, maar hebben geen tover- en andere krachten.
- Mensen zijn wreed tegenover elkaar en dieren.
- Mensen houden zich niet aan beloftes. Ze liegen en bedriegen maar raak.
- Mensen maken veel ruzie en zijn luidruchtig.
- Mensen zijn vervuilers. Ze hebben geen respect voor hun eigen omgeving, de natuur.
- Mensen zijn bang en hokken daardoor graag in afgesloten ruimtes. Ze komen niet graag buiten.
- Mensen zijn zure wezens. Ze maken niet graag plezier.
De vooroordelen zijn vreemd als je weet dat mensen en moeraselfen ooit vreedzaam samenleefden. Maar dat is lang geleden. Want het verbond tussen moeraselfen en mens werd verbroken.