Wil de echte Christophe Deborsu nu opstaan?
Quote van de week: "Ik word verliefd als ik Koen Wauters hoor zingen. Niet op hem hé, op de taal!"
Sinds hij met zijn broer Fréderic, ook journalist, de Vlaamse huiskamers binnenwaaide via ‘De Zevende Dag’, mag Christophe Deborsu (46) zich niet alleen Bekende Waal, maar Bekende Belg tout court noemen. Hij deed wel vaker van zich spreken, door zijn charmante deelname aan ‘De Slimste Mens’ bijvoorbeeld. Of die keer dat hij Yves Leterme vroeg een couplet uit de Brabançonne te zingen en de premier prompt het Franse volkslied inzette. Ook nu gooit Deborsu hoge ogen met een boek over Wallonië dat hij volledig in het Nederlands schreef, een primeur voor een Franstalig auteur. Hij ontvangt me bij hem thuis in Bolinne, een rustig dorp vlak bij Namen. “Je bent precies op tijd”, zegt hij meteen, “de koffie is net klaar.” Hij schenkt mij en zichzelf een kopje in en loopt terug naar de keuken. “Zin in een koekje?”, klinkt het terwijl hij alle kasten doorzoekt. “Het probleem is dat we die verstoppen voor de kinderen. En dat doen we zo goed dat we ze zelf niet meer vinden.” Hij opent ten slotte de koelkast en grapt: “een yakult dan maar?” Humor is wellicht zijn belangrijkste handelskenmerk, ook zijn boek is ermee doorspekt.
De Belg
Voor ik begon te lezen, was ik stellig overtuigd dat je een belgicist was…
“Valt tegen hé… (lacht) Nee, ik ben niet per se voor het voortbestaan van België. Wat telt zijn de mensen. En als die op een bepaald ogenblik vinden: ‘we zijn beter af zonder België’, dan is dat maar zo. Ik heb geen hechte band met dit land, maar ik wil ook niet absoluut dat het ophoudt te bestaan. Want ik vind België supersympathiek – dat we geen grote identiteit hebben, is net een ontzettende troef. Dus ik voel me Belg, ik voel me Waal – maar ik kan me ook Vlaming voelen. Eigenlijk zijn we niet zo verschillend, het voornaamste is dat we goede buren blijven. Wederzijds respect is veel belangrijker dan een staatstructuur. Dus als we daar het land voor moeten splitsen, awel: geen probleem.”
De echtgenoot
Je koos tijdens je huwelijk voor een Vlaamse openingsdans: ‘Daar gaat ze’ van Clouseau…
“Ik ben altijd dol geweest op die groep. En waarom een Nederlandstalig nummer? Voor mij is die taal allesbepalend geweest, ze heeft mijn leven veranderd. Om maar één voorbeeld te geven: in 1988 zat ik voor de jury van het RTBF-examen. Toen ik vertelde dat ik in Leuven rechten studeerde, was het meteen prijs. Ik was binnen, gewoon omdat het hen zo uitzonderlijk leek. Dankzij het Nederlands heb ik deze job, maar op veel vlakken is het ook een zegen geweest. En als Koen Wauters zingt, is het Nederlands op z’n mooist. Ik word verliefd als ik hem hoor. Niet op Koen Wauters, hé! Op de taal.” (lacht)
De broer
Over je familie gesproken, hoe gaat het met je broer Fréderic?
“Uitstekend! Ik heb hem gisteren nog aan de lijn gehad. Hij zit in Sicilië, waar hij een reportage maakt voor ‘Questions à la Une’. Ik werk trouwens ook voor dat tv-programma.”
Jullie zijn duidelijk twee handen op één buik. Maar je zei ooit: ‘ik ben de enige die hem mag bekritiseren én ik ben z’n grootste fan’.
“Dat is zo. En ik weet zeker dat hij krék hetzelfde voelt. Ik verdraag het gewoon niet dat iemand kritiek op hem heeft. Doorgaans ben ik een zeer rustig man maar als iemand over mijn broer begint, word ik lastig. Dat kan ik niet hebben. Het is wellicht een overdreven reactie, maar ik ben de oudste en ik wil hem beschermen. Nochtans staat hij prima z’n mannetje, maar ik kan het niet helpen. Het is sterker dan mezelf. Als iemand aan mijn broer komt, dan gebeurt er iets in mij. Ik zal niet snel slaags raken, maar misschien wel als het over Fréderic gaat.”
Lees het volledige interview met Christophe Deborsu in Libelle 48 (1 december 2011)