Wil de echte Michaël Pas nu opstaan?
Quote van de week: "Ik ben beschaafd, maar als ik muziek speel word ik plots een vuilbekkende kerel die aangebrande moppen tapt en die zijn collega's uitscheldt."
Een brutale macho met een klein hartje. De ‘Muscles from Antwerp’. Het alfamannetje dat nog steeds vrijgezel is. Dat is Bob De Groof, de rol van Michaël Pas in de populaire VTM – reeks Code 37. Vanaf volgende week loopt ook de film in de zalen. Daarin wordt een bekende schrijver aangerand in een sekscinema, een zaak voor de zedensectie van de Gentse politie. En daarvoor moet het zedenteam undercover in de club Sin City, een vrijhaven voor iedereen die het daglicht schuwt. Veel nachtwerk dus voor Michaël Pas, en dat vindt de acteur wel iets hebben:”Ik vind het plezant om te werken terwijl iedereen rustig ligt te slapen. Af en toe passeert er een fietsende student of hoor je in de verte een zatlap roepen. Tijdens nachtopnames hangt er dus zeker een bijzonder sfeertje, maar het is bij momenten ook écht vermoeiend. Vooral omdat de dag nu eenmaal iets vroeger begint voor je kind.
De family man
Als acteur leid je een onregelmatig bestaan. Mijn vrouw Saskia ontwerpt theaterdecors, en ook dat zijn avontuurlijke werkuren. Soms combineert ze twee projecten tegelijk of zit ze een maand in het buitenland. Tijdens de filmopnames van Code 37 was ik zelf geregeld pas om half drie ’s nachts thuis. De ochtend erna moet mijn zoontje Simon van negen wel tegen half negen op school geraken. ’t Is zeker een moeilijke puzzel om onze jobs te combineren met een gezinsleven, maar tot nu toe is het ons altijd gelukt. En elk nadeel heeft zijn voordeel. Na een intens drukke werkperiode volgt er voor één van ons vaak een korte of langere pauze, en dan heb ik met wat geluk soms zelfs enkele weken quality time met Simon. Tijdens die rustigere periodes staat de echte familieman in me op.”
Het kind
Als ik terugdenk aan mijn jeugd, dan denk ik aan de geur van mijn school: een doordringende mix van linoleum en schoonmaakproducten. Ik herinner me dat ik in de kleuterklas een keer niet op tijd op het toilet was geraakt voor de grote boodschap. Resultaat: een hoopje in mijn broekje. Ik ben stilzwijgend blijven verder spelen… De dag erna vroeg mijn juf ernaar: ik wilde niet liegen, maar de waarheid vond ik ook te gênant. Dus zei ik maar dat ik het niet meer wist. Pas jaren later kwam die herinnering opnieuw boven; toen kardinaal Danneels – letterlijk – dezelfde woorden gebruikte toen hem werd gevraagd of hij op de hoogte was van het misbruik in de Kerk. Hij wist het niet meer, zei hij. En ik was er meteen van overtuigd dat hij loog…”
De muzikant
Rommelig, anarchistisch en prettig gestoord. Zo zou je de band waarin ik zing kunnen omschrijven. Samen met enkele goede vrienden speel ik in een covergroepje. Nic (Balthazar, red.) zit aan de drums, mijn jongste broer speelt gitaar en ik zing. We doen dat stuk voor stuk met meer overtuiging dan talent. Alleen Dag Taeldeman van A Brand, ook een groepslid, is écht professioneel bezig met muziek. The Humble Ego’s, want zo heet onze groep, is zo’n typisch voorbeeld van veertigers die uit de bol willen gaan, lekker ruig en bij momenten echt platvloers.”
Lees het volledige interview met Michaël Pas in Libelle 42 (20 oktober 2011)