Wil de échte Wim Oosterlinck nu opstaan?

Door De Redactie

Cool zijn, daar is Wim Oosterlinck te oud voor geworden, vindt hij zelf. Maar niet voor het vaderschap, waar hij met volle goesting naar uitkijkt.

Lees het volledige interview in Libelle 23 (7 juni 2012)

De benen wiebelend over de stoelleuning. Snelle prater. Energiek, maar niet hyperkinetisch. Het is vrijdagavond, iets na zessen. ‘Showtime’, het programma van Wim Oosterlinck en sidekick Anke Buckinckx zit er net op.  Tijd voor een babbel in de vergaderruimte van de radioredactie, hét zaaltje waar de knotsgekke acties en originele wedstrijden van de populaire zender worden bedacht. Precies die wedstrijden trokken Wim enkele jaren geleden over de streep om zijn ochtendshow bij Studio Brussel in te ruilen voor Q-Music. Sinds een jaar is hij er ook programmadirecteur.

Zondag 10 juni is het vaderdag. Jij wordt binnenkort papa. Heb je last van nestdrang?

“Marie, mijn vriendin, is nu vijf maanden zwanger. Alles loopt goed. Ik kijk er ontzettend naar uit om papa te worden, om luiers te verversen en om een krijsend kersversje te troosten. Nu lijkt me dat allemaal nog leuk. Ik heb lang gedacht dat vader worden niets voor mij was. Tot ik collega’s en vrienden hoorde vertellen over hun kinderen. Ze klonken stuk voor stuk zo onwaarschijnlijk positief, dat het me ontroerde. Voor het eerst in mijn leven stond ik erbij stil dat ik weleens iets heel bijzonders zou missen mocht ik passen voor het vaderschap.”

Hoe heldhaftig vind je jezelf eigenlijk?

“Ik ben een watje. Ik zwem bijvoorbeeld heel graag, maar ik durf niet te duiken. Duw me anderhalve meter onder water en ik panikeer. Ik vind het beklemmend wanneer ik niet meteen terug naar het wateroppervlak kan. Noem het gerust een combinatie van watervrees en claustrofobie. Laatst hebben we op Q-Music een actie gedaan waarin een luisteraar een duikboottrip naar het wrak van de Titanic kon winnen, vierduizend meter diep. Geen denken aan dat ik ooit mee in die onderzeeër kruip. Ik ben totaal niet dapper en voel geen enkele behoefte om die grenzen te verleggen.”

Op de radio klink je ongekunsteld, zelfs chaotisch. Ben je in het echt ook zo?

“Ik kan ook punctueel zijn, misschien typeert me dat méér. Ik was het jongetje dat in de lagere school de taak kreeg om een kauwgomballenbak te tekenen, en dat dan ook perfect wilde doen. Ik herinner me dat ik ieder kauwgomballetje minutieus natekende. Ik denk dat ik het toen al belangrijk vond dat het er juist uitzag. Mijn moeder vond dat ik overdreef, dat weet ik nog, voor haar hoefde het niet zo precies. Dat perfectionistische trekje heb ik dus niet van haar, maar van mijn vader: hij motiveerde me om er altijd ten volle voor te gaan. Hij vond het belangrijk dat ik alles zo goed mogelijk probeerde te doen. Ik was een goede leerling, later een gemotiveerde filosofiestudent. Ik wilde als jonge twintiger ook mijn journalistieke ei kwijt. De redactie van Schamper, een Gents studentenblad, werd algauw de plek waar ik het belangrijkste deel van mijn studententijd doorbracht. Ik had er een bureautje tussen kasten waarop borden met beschimmelde etensresten stonden, heel studentikoos allemaal.”

Partner Content

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."