Zussen Mariet, Linda en Magda groeiden op in een gezin van negen en hebben een hechte familieband
Elk jaar gaan ze met hun XXL familie ‘op kamp’ of gezellig skiën, en als het aan hen ligt, zullen ze dat ook blijven doen. Want Linda, Mariet en Magda zijn het erover eens: familie is het hoogste goed.
In het huis waar Magda, Linda en Mariet opgroeiden, duurde het ’s morgens dikwijls úren voor iedereen klaar was om naar school te gaan. Zo gaat dat immers in een gezin met negen kinderen. Maar afgezien van de drukte, het lawaai van al die luide kinderstemmen en de kamers die gedeeld werden, hebben de zussen alleen maar mooie herinneringen aan hun kindertijd.
Nooit alleen
“Ma en pa hadden negen kinderen: zes meisjes en drie jongens. Eigenlijk waren we met tien, maar een van onze broertjes is spijtig genoeg heel jong overleden,” begint Magda. “Vroeger was een groot gezin heel gewoon, maar nu schrikken de mensen soms toch als we vertellen dat er negen van ons rondlopen. Wij zijn het natuurlijk gewend, al was het niet altijd even evident. (lacht) Het was nóóit stil in huis en als we even alleen wilden zijn, dan was het zoeken naar een rustig plekje. De meeste kinderen gaan dan naar hun slaapkamer, maar die deelde ik met drie zussen. En toch, als ik er nu op terugkijk, zou ik het niet anders gewild hebben.”
Pa’s grootste angst was dat zijn gezin uit elkaar zou vallen, maar hij kan gerust zijn: we zijn nog altijd die gezellige bende van toen.
“Uiteindelijk waren we nooit alleen. Er was altijd wel een broer of zus om mee te spelen, en wie nood had aan een babbel, vond altijd een luisterend oor. Heerlijk, toch?”, gaat Linda verder. “Dat samenhorigheidsgevoel, dat hebben we van onze pa. (lacht) Zelfs toen hij de negentig gepasseerd was, vond hij het ontzettend belangrijk dat we als gezin één front vormden. ‘Als ik er later niet meer ben, dan wil ik niet dat jullie ruzie maken. Ik heb maar een klein spaarpotje, maar laat het alsjeblieft geen spelbreker zijn’, had hij gezegd. Dat hebben we hem beloofd.”
Moederlijke gastvrijheid
“En kijk, belofte maakt schuld! Nu mama en papa er niet meer zijn, trekken we ons aan elkaar op”, vertelt Mariet. “Elke maand komen we met ons negenen toch zeker één keer samen. Hoewel we ons elke keer voornemen om niet té lang in de keuken te staan, lukt het ons nooit. (lacht) Maar we hebben het van geen vreemden. Ons ma was vroeger het toonbeeld van gastvrijheid. Toen iedereen het huis uit was, nodigde ze ons elke zondag uit om te komen eten. Ons ouderlijk huis zat dan vol kinderen, liefjes en later ook kleinkinderen.”
Intussen telt de familie twintig kleinkinderen en nog eens vijfentwintig achterkleinkinderen. “Een hele bende, hé”, zegt Linda met een knipoog. “Als we daar dan nog eens de vriendjes en vriendinnetjes bij tellen, dan zijn we met meer dan zeventig.”
Skiën in Frankrijk
“En het klikt met iederéén! In de zomer gaan we met z’n allen op ‘kamp’ in de Voerstreek. Dan huren we enkele huisjes rondom een grasveld en een speeltuin, waar de achterkleinkinderen zich kunnen uitleven. Meestal blijven we drie nachten slapen, maar eigenlijk is het daar het hele weekend een komen en gaan. (lacht) Iedereen doet dan ook waar hij zelf zin in heeft: wandelen, fietsen, kubben, gezelschapsspelletjes spelen…”
In de zomer gaan we met de hele familie op ‘kamp’ in de Voerstreek. Het is daar het hele weekend een komen en gaan.
Nog zo’n hoogtepunt in de zussen hun leven: de jaarlijkse skireis. Mariet: “Met zowat de helft van de familie gaan we altijd naar een dorpje dat verscholen ligt tussen de Franse bergen. Sommigen staan een hele dag op de latten, anderen gaan dan weer wandelen. Maar overal waar je gaat, kom je wel een van ons tegen. (lacht) Elke dag sluiten we dan traditiegetrouw af met een après-ski. Dan troepen we samen aan een van de huisjes en heffen we het glas op de familie.”
Het hoogste goed
Of er in de familie dan nooit ruzie is geweest? “Het is misschien moeilijk te geloven, maar nee”, zegt Magda bijna verontschuldigend. “Onderling zal er weleens een discussie of een woordenwisseling zijn geweest, maar meer niet. We hebben dat thuis ook nooit gezien. Ik kan me niet herinneren dat ma en pa ooit tegen elkaar hebben staan roepen of ooit met de deuren hebben geslagen. Als ze al eens kibbelden, dan moesten ze er achteraf zelf om lachen.”
“Dat is die samenhorigheid, hé”, besluit Mariet. “We zijn ma en pa dankbaar voor het mooie voorbeeld dat ze ons hebben gegeven, en we proberen ónze kinderen natuurlijk hetzelfde mee te geven. Dat lukt, want al onze kinderen zijn al even hecht als wij. Het zijn niet alleen nichtjes en neven, maar ook vrienden. Ze zeggen weleens dat je familie het hoogste goed is, wel, ze hebben groot gelijk!”
Meer mooie verhalen van verbondenheid:
- Collega’s Ria, Kristien, Veronique, Els en Petra werken bij de Faculteit Diergeneeskunde
- Ekram en Gyhain zijn niet alleen zussen, maar ook elkaars beste vriendin
- Jill houdt samen met Veerle, een van haar negen collega’s, haar bloemenwinkel Olivia Bloom draaiende
Volg ons op Facebook, Instagram, Pinterest en schrijf je in op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes!